Brauw, jhr. mr. Robert de

Gepubliceerd door Alphons Siebelt op

De Engelandvaarder Jhr. mr. Robert de Brauw (1917) werd in de nacht van 7 op 8 augustus 1944 gedropt boven Nederland als agent van het Bureau Inlichtingen van de Nederlandse regering in Londen, samen met de marconist Meint Smid. Hij had twee belangrijke opdrachten te vervullen.

De Brauw had in Londen vijf namen geleerd van personen, die hij moest proberen te bereiken. Deze vijf waren begin augustus door de regering benoemd in het College van Vertrouwensmannen der Nederlandsche Regering. Dit college zou in bezet gebied de regering gaan vertegenwoordigen tot het moment dat de regering weer zou zijn teruggekeerd. Het ging vooral om het handhaven van de openbare orde nadat de Bezetter zou zijn vertrokken

Als tweede opdracht moest De Brauw een regeringsmachtiging, die hij op microfilm bij zich had, overhandigen aan het Nationaal Steunfonds (NSF). De machtiging hield in, dat het NSF, nadat het eerder al 10 miljoen gulden had mogen spenderen, verder nóg 20 miljoen gulden zou mogen uitgeven ten behoeve van de illegaliteit. Met deze machtiging kon het NSF aantonen dat de regering garant stond voor leningen die het NSF aan zou gaan ten behoeve van de illegaliteit.

De Brauw en Smid werden niet op de juiste plaatsen gedropt. De Brauw besloot naar Leiden te gaan, waar hij onderdak kreeg bij een kennis. De Jong schrijft daarover in deel 10A 1e helft: ’toevallig kwam daar … H.S. de koster aanlopen, hoofd van de spionagegroep Peggy.’ Ze kenden elkaar uit hun studententijd. De identiteit van degene die De Brauw liet logeren is niet bekend.
De Koster bracht De Brauw in contact met Jaap le Poole, hoofd van de spionagegroep Dienst-Wim en die legde contact met één van de personen die op het lijstje van De Brauw stond.

Arrestatie
De Brauw moest via een zogeheten S-phone contact onderhouden met  een vliegtuig. Aanvankelijk werkte hij vanuit Den Haag, maar in september 1944 verplaatste hij de zender naar Leiden. Vanuit het hoekhuis Dahliastraat/Lammenschansweg van Van Leeuwen van maakte hij met zijn zender contact met overvliegende vliegtuigen om informatie door te geven voor de regering in Londen. Voor zover valt na te gaan verbleef hij niet in dat pand. Wel waren er andere onderduikers in huis. Op 14 oktober 1944 wisten de Duitsers de zender uit te peilen en er volgde een inval waarbij De Brauw werd gearresteerd. Hij hij had zich met enkele anderen via een doorgang tussen de woningen op de zolder van de buren verscholen.
De opsporing en arrestatie van de Brauw is niet helemaal helder. Er zijn berichten, dat het huis en wellicht ook het buurpand enkele dagen is geobserveerd. mogelijk gebeurde dat niet vanwege de zender, maar omdat er andere verdachte bewegingen waren gesignaleerd. Het is in ieder geval duidelijk, dat de locatie en het werk van De Brauw niet bijzonder geheim waren gebleven.

Als straf werd het huis van Van Leeuwen op 19 oktober 1944 opgeblazen. De Brauw werd uiteindelijk overgebracht naar concentratiekamp Neuengamme. Hij stierf in het buitenkamp Kommando Neustadt-Holstein op 4 mei 1945.

Tekst aangevuld en verbeterd op 31 oktober 2022. Ook enkele met dit artikel samenhangende artikelen zijn of worden gewijzigd.