Invasiekoorts in 1944

Gepubliceerd door Alphons Siebelt op

InvasiekoortsD-Day kwam voor de gemiddelde Nederlander niet onverwachts. Aan het begin van dat jaar was iedereen er eigenlijk wel van overtuigd dat er die zomer een invasie zou komen. Er verschenen regelmatig artikelen over de naderende invasie in de door de Bezetter gecontroleerde dagbladen. “De tijd voor een invasie is thans rijp” kopten zowel het Dagblad voor Leiden en omstreken als het Zuidhollandsch Dagblad. Volgens dit artikel, dat uiteraard door de Bezetter was aangereikt, zou het begin van de landingsoperaties niet lang meer op zich laten wachten. De weersvoorspellingen waren gunstig. Volgens het artikel was er een gerede kans dat de invasie zou uitlopen op verschrikkelijk bloedbad aan geallieerde zijde.

Oplopende spanning
In deze periode werkte de Leidse winkelier Han de Wilde op zondagen zijn dagboek bij. Iedere keer noteerde hij wel iets over de oplopende spanning en dat de invasie vanwege het slecht weer vermoedelijk niet door zou gaan. Half mei werd in de dagbladen alvast bekend gemaakt, dat in geval van een invasie de noodtoestand zou worden afgekondigd. Op 31 mei verscheen er een artikel in de krant waarin opgemerkt dat de invasie waarschijnlijk was uitgesteld, aangezien die rond het midden van de maand was verwacht. In verband met de getijden zou de invasie nu pas op zijn vroegst medio juni kunnen plaatsvinden.

Invasie bij Noordwijk?
De Bezetter hield er duidelijk rekening mee dat de invasie op de Nederlandse kust zou plaatsvinden, of dat de geallieerden zouden proberen een van de grote havens, waaronder Antwerpen, te veroveren. Het deel van de Atantikwall langs de Nederlandse Noordzeekust werd voortdurend versterkt. Landinwaarts werden versperringen opgericht voor luchtlandingstroepen en werden hele stukken land onder water gezet. Dat moest voldoende zijn om de vijand tegen te houden. Bij de verdere versterking van de kustverdediging waren vele honderden Nederlandse arbeiders uit de provincie betrokken. De arbeiders waren in dienst van de zogenoemde “bunkerbouwers”. Speciaal voor hen reed er ’s ochtends een tram van Leiden naar Noordwijk en ’s avonds in omgekeerde richting.

Leiden in de verdediging
Binnen de gemeentegrenzen van Leiden liet de Bezetter allerlei kleine verdedigingswerken aanleggen en langs de uitgaande wegen werden loopgraven aangelegd met Splitterboxen en Deckungslocher tegen vijandelijke luchtaanvallen. Langs de Rijnsburgerweg, tussen de Leidsche hout en het Academisch ziekenhuis werden enkele woningen afgebroken om ruim baan te geven voor mitrailleurnesten.

Geen wonder dat de al jaren sluimerende verwachting in de meimaand opliep tot een “invasiekoorts”. Op 4 juni schrijft De wilde in zijn dagboek: En weer gaan we, vol spanning, een week van afwachten op grote gebeurtenissen tegemoet.” Twee dagen later was het dan eindelijk zover. Al dezelfde dag schreven de dagbladen dat geallieerde troepen in Normandië waren geland. Of de Nederlandse kust onder vuur zou komen te liggen bleef nog lang de vraag en de verdedigingswerken werden verder uitgebouwd. Op een kaart van eind september 1944, gemaakt door de illegaliteit staan vele Duitse verdedigingswerken aangegeven (Erfgoed Leiden PV 516).