Egmond, Piet van

Gepubliceerd door Alphons Siebelt op

Piet van Egmond (1914-1964) was een steunpilaar voor de hulp aan ondergedoken Joden in Rijnsburg, vooral kinderen. Via de groep van Leny Visser en Theo Talboo, beiden uit Oegstgeest, en via Michiel Woelders, uit diezelfde plaats, kreeg hij regelmatig Joodse kinderen onder zijn hoede, die dan weer ergens onder dak gebracht moesten worden. In totaal heeft hij zo 32 kinderen geholpen. Rond één van de bij Van Egmond ondergedoken kinderen heeft zich een geruchtmakend drama afgespeeld. Medio december haalde hij bij Leny Visser in Oegstgeest een Joods meisje op, Sara Philipson uit Leiden. Toen Leny met de kinderen bij Piet binnenkwam, zat er een groep mannen aan tafel waardoor zij het gevoel kreeg in een ‘soort rovershol’ te zijn beland. Ongetwijfeld maakte zij daar toen kennis met de KP van Johannes en Marinus Post. Het verblijf van Sara bij Van Egmond zou niet lang duren. Op 17 januari 1944 kwamen twee beruchte Leidse rechercheurs Biesheuvel en De Groot,  naar Rijnsburg om Sara te arresteren. Ze wisten precies waar ze moesten zijn.  Hun komst werd (uiteraard) opgemerkt en Jan wildschut, een lid van de KP Johannes, spoedde zich naar Van Egmond om hem te waarschuwen. Toen hij het huis binnenging en de beide rechercheurs aantrof, trok hij zijn pistool en schoot op De Groot, die dodelijk werd getroffen. Biesheuvel kon ontsnappen omdat het pistool van Wildschut niet goed functioneerde.
De dood van de rechercheur bleef wonderlijk genoeg zonder directe gevolgen. Piet van Egmond werd weliswaar in juni 1944 gearresteerd, maar wat daarvan de reden is geweest is onbekend. Met Dolle Dinsdag kwam Van Egmond weer vrij.