Holthuis, Antje

Gepubliceerd door Alphons Siebelt op

Antje Holthuis vestigde zich in oktober 1941 in een pand aan de Oude Singel. Zij was tijdens de bezetting assistent op de afdeling Neurologie van het Academisch Ziekenhuis en werd in juli 1942 arts. Het pand werd ondergehuurd van de buren, familie Christiaanse, die zelf Joodse onderduikers in huis had. Ze was niet gehuwd en verhuurde in januari 1943 een kamer aan Mien Lubbe. Gedurende lange tijd boden zij onderdak aan soms wel acht Joodse onderduikers.

De eerste twee joodse onderduikers kwamen in 1943 via de eveneens aan het ziekenhuis verbonden zenuwarts Wim Storm: Selma Velleman (februari 1943) en Lies Krop (mei 1943). Later volgden er meer. Antje Kroonenberg-Holthuis kreeg in 1985 de onderscheiding Rechtvaardige onder de volkeren van de Israëlische organisatie Yad Vashem. Ze werd geïnterviewd voor het project Ook in Leiden.

Selma Velleman
Over Selma Velleman (1922) is veel te vinden op internet, zeker na haar optreden in het TV-programma De Wereld Draait Door op dinsdag 7 januari 2020. Ze vertelde haar verhaal naar aanleiding van het verschijnen van haar boek Mijn naam is Selma, dat onder de auteursnaam Selma van der Perre is gepubliceerd.

Selma Velleman was in haar woonplaats Amsterdam in oktober 1942 ondergedoken, nadat haar vader in Westerbork terecht was gekomen. Ook haar moeder en jongere zus doken onder. Haar ene broer had in mei 1940 als bemanningslid van een schip kunnen vluchten, haar andere broer was met de restanten van het Nederlandse leger in Engeland terecht gekomen.

Tijdens haar onderduikperiode kwam ze in contact met Bob en Dientje Jesse in Haarlem en ook met de groep van Joop en Willi Westerweel-Bosdriesz. Ze heeft voor die groepen verschillende Joodse kinderen naar onderduikadressen gebracht en voor onderduikers van allerlei papieren en geld voorzien.

In haar boek vertelt ze uitgebreid over haar ervaringen bij Holthuis en Lubbe. Ze leefde daar een tijd onder de valse identiteit van een Amerikaanse vrouw, die vlak vóór de oorlog naar de Verenigde Staten was teruggekeerd. Overigens was zij een nicht van de familie Van Amerongen-Velleman, maar dat heeft waarschijnlijk geen enkele rol gespeeld.

In juni 1944 werd zij gearresteerd en naar KZ Ravensbrück gedeporteerd. Ze beschikte over goede valse papieren (onder de naam Margaretha van der Kluit) zodat haar joodse identiteit  tot aan haar bevrijding verborgen bleef. Haar ouders en zusje werden vermoord, haar twee broers overleefden de oorlog.

Op de foto
In haar boek schrijft ze over een foto die bij de buren van Holthuis, de familie Christiaanse, tijdens haar onderduikperiode is gemaakt. Die foto is verschillende malen afgedrukt, onder meer in het fotoboek Leiden4045. Op die foto staat onder meer een jonge vrouw, van wie niemand meer de identiteit kende. Nu weten we dat de vrouw op deze foto uit mei 1943 Selma Vellekoop was.

Boek: Selma van de Perre, Mijn naam is Selma (Amsterdam 2020).

Tekst herzien op 30 november 2020.