Op 30 juli 1943 werden twee bewoonsters gearresteerd op verdenking van het verbergen van Joden: Johanna Alida van der Poel (1897) en Fenna Boterenbrood-de Bruin (1893-1976). Of er ook onderduikers zijn opgepakt is niet bekend.
Johanna en Fenna werden enkele dagen vastgehouden op het Leidse politiebureau en mochten toen naar huis. Mogelijk was het een valse melding.
Tekst aangevuld op 28 maart 2022.
De schoorsteen- en steenfabriek De Ridder leverde in 1941 de stenen voor het oorlogmonument bij begraafplaats Rhijnhof. Later moest de fabriek op last van de Bezetter worden afgebroken.... verder lezen ».
Walther Couwenberg van "De Turk" heeft talloze malen geprobeerd om mensen uit handen van de Bezetter te houden of te krijgen. Hij gebruikte daarvoor zijn relaties en vaak een fles jenever.... verder lezen ».
De bezetter beroofde de Joden stap voor stap van al hun eigendommen. Huizen werden onteigend en verkocht. Die verkoop is bijgehouden in de zogeheten Verkaufsbücher. Daarom weten we welke panden er in Leiden en Oegstgeest zijn verkocht, voor welk bedrag en wie de kopers waren.... verder lezen ».