Riemens-Jagerman, Chris en Babs

Gepubliceerd door Alphons Siebelt op

In de herinneringen komen enkele malen verhalen over ondergedoken vliegtuigbemanningen voor. Hoewel ze gemakshalve meestal piloten worden genoemd, Waren ze dat uiteraard niet allemaal. Een uitstekend gedocumenteerde verhaal gaat over de bemanning van de Jayhawk, een B-17G van de Amerikaanse luchtmacht, die op 26 september 1944 neerstortte nabij de Heereweg in Lisse. Het toestel was op de terugweg van Osnabrück naar de thuisbasis Glatton in Groot-Brittannië. Twee van de negen bemanningsleden kwamen om bij de crash, drie werden gevangen genomen, vier konden onderduiken. Eerste piloot Carl Gooch werd in Abbenes gevonden door de Leidse broers Cees en Harry Jagerman, die daar zelf waren ondergedoken. Hun ouders hadden een kaashandel aan de Haarlemmerstraat. Zij brachten hem de volgende dag naar hun zus Babs Riemens-Jagerman en haar man Chris Riemens (kort daarvoor gehuwd)  in de Wasstraat. Chris Riemens dreef een bloemenzaak in de Doezastraat. Gooch bleef tot het einde van de oorlog bij hen. Schutter Tom Angott kwam terecht bij de illegale werker Dick Spoor in de Johan de Wittstraat. Radio-operator Clement Kelsey werd door Spoor ondergebracht bij de familie Verpoorte aan de Oude Singel. Gooch en naar we mogen aannemen ook de beide andere piloten kregen van Spoor valse persoonsbewijzen en het echtpaar Riemens werd voorzien van distributiebescheiden. Het contact met Spoor werd gelegd door LO-medewerker Arie Landaal, met wie Chris Riemens op school had gezeten.
Op 15 september 2012 werd in Lisse een monumentje onthuld voor de omgekomen bemanning.