Roofoverval met slachtoffer 2 maart 1945

Gepubliceerd door Alphons Siebelt op

RoofovervalOp 2 maart 1945 om ongeveer 10 uur ’s ochtends drongen drie of vier mannen de manufacturenwinkel van C.H. Guldemond aan de Oude Herengracht binnen. Twee anderen bleven bij de achteruitgang staan. Terwijl het gezin Guldemond met een vuurwapen in bedwang werd gehouden kwam een bezoeker, een zekere Wim Veeren,  (1909) vanuit de binnenplaats onverwachts naar binnen. Een van de overvallers loste een schot en trof hem in de rug; Veeren was vrijwel op slag dood. Guldemond vermoedde na afloop dat het de overvallers te doen was geweest om tarwe en aardappelen, die hij in huis had.

De daders namen de vlucht, maar een van hen werd door opperwachtmeester Willem Akkerman van de Leidse politie aangehouden. Akkerman was toevallig in de buurt omdat hij een aantal schuiten, geladen met aardappelen moest bewaken. Hij hoorde het schot en ging onmiddellijk op onderzoek uit. Huisgenoten van Guldemond (of omstanders die de daders hadden zien vluchten) gaven een goed signalement en Akkerman trof in de Lombokstraat iemand aan, die aan het signalement voldeed. De man, Hendrik Dreef uit de Grevenstraat, bleek een doorgeladen pistool op zak te hebben met negen scherpe patronen.

Akkerman bracht de arrestant naar het bureau, waar die vlot bekende tot de groep van Joop Dubbeldeman te behoren. De overige overvallers waren naast Joop diens broer Gerard, Theo en waarschijnlijk nog een of twee personen. Na zijn aanhouding had Dreef nog aan Akkerman gevraagd of hij het pistool van Dreef in het water wilde gooien, maar dat had Akkerman geweigerd. Dreef vroeg dat natuurlijk niet voor niets: wegens het illegaal bezit en gebruik van wapens waren al heel wat mensen door de Duitse politie geëxecuteerd.

Korpskommandant J. Diekmann was onder de indruk van het optreden van Akkerman (1905-1976). Hij liet een rapport opmaken om hen te kunnen voordragen voor promotie tot hoofdwachtmeester. Akkerman had moed getoond om in het Kooikwartier een communistische terrorist aan te houden, omdat de bewoners of de overige overvallers, die vast nog in de buurt waren, de arrestant hadden kunnen ontzetten met gebruik van wapens. De moord op agent Huisman op 1 december 1944 (die volgens de politie door de groep van Joop Dubbeldeman c.s. was gepleegd) lag nog vers in het geheugen.