Stadsgehoorzaal

Gepubliceerd door Alphons Siebelt op

De uit 1891 daterende monumentale Stadsgehoorzaal was gebouwd als concertzaal, maar werd vooral gebruikt voor bijeenkomsten en voorstellingen. De Bezetting veranderde daar weinig aan. Af en toe hielden de Nederlandse en Duitse nationaalsocialisten er een bijeenkomst. De grote zaal vulde zich dan met publiek voor bekende NSB’er, zoals de Leider Anton Mussert, de propagandist Max Blokzijl, de felle Meinout Rost van Tonningen en Henk Woudenberg van de nationaalsocialistische vakbond het Arbeidsfront (NAF). Ook de NSDAP, de Duitse nazipartij, huurde de zaal enkele malen af voor propagandabijeenkomsten. Dan was de zaal uitbundig versierd met hakenkruisvlaggen. Tijdens het verjaardagsfeest van de Führer (20 april) was hij aanwezig in de vorm van een borstbeeld op het toneel. Behalve dergelijke politieke bijeenkomsten waren er ook wel activiteiten die wat minder uitgesproken nationaalsocialistisch van karakter waren. Honderden Leidse kinderen bijvoorbeeld hebben genoten van grote kinderfeesten voor kinderen van vaders die in Duitsland werkten. Deze middagen werden georganiseerd door het NAF.

Toch waren die politieke evenementen uitzonderingen. De zalen van het gebouw (foyer incluis) werden de meeste tijd gebruikt voor de gebruikelijke activiteiten: muziekuitvoeringen, maar ook voor bokswedstrijden, sportdemonstraties, circusvoorstellingen, tentoonstellingen, vergaderingen en af en toe een toneelopvoering. Het Residentie Orkest was een regelmatige bespeler van de zaal. Het succesvolst waren de optredens van toen al bekende artiesten zoals Snip en Snap, Eddy Christiani, de sneldichter Willy Alfredo, de Kilima Hawaiians en de Spelbrekers. Tal van  artiesten stonden toen aan het begin van hun carrière, die door de oorlog maar nauwelijks werd onderbroken. Veel van hen konden hun carrière na de oorlog voortzetten en een aantal werd nog een bekende persoonlijkheid op de televisie.

De bezettende machten waren afkerig van populaire muziek, maar enkele beroemde bands konden gewoon optreden. De nu vrijwel vergeten Boyd Bachman en Harry Pohl speelden echte jazzy swingmuziek. Maar de allerpopulairste band was ongetwijfeld The Ramblers, die hun Engelse naam niet mochten gebruiken en moesten optreden onder de naam van hun leider Theo Uden Masman. Ze waren bekend van de radio en van hun grammofoonplaten. Hun optredens waren in een mum van tijd uitverkocht. In mei 1944 leidde een optreden in de Stadsgehoorzaal na afloop tot een massa-arrestatie van fans, die na spertijd nog onderweg naar huis waren. Ze werden aangehouden door een aantal Landwachters, die daarmee hun kwalijke reputatie eer aan deden.

In de Hongerwinter was er nauwelijks nog iets te doen in het gebouw. De artiesten konden niet meer komen en er was geen verwarming. Enige tijd was er een uitdeelpost van de gaarkeukens waar de Leidenaren hun pannetje konden laten vullen met soep of stamppot. Een aantal malen gebruikte het comité Hulp aan Burgerbevolking in Oorlogstijd de zaal om 500 personen een maaltijd aan te bieden.

Na de Bevrijding werd de draad weer opgenomen met onder andere een optreden van, jawel, The Ramblers. Het feit, dat ze in de oorlogsjaren voor het NAF hadden opgetreden en nu weer acte de présence gaven op een avond van de Binnenlandse Strijdkrachten deed veel stof opwaaien, maar de meeste mensen konden er niet van wakker liggen. The Show Must Go On.