Wilmer, Th.B.J.

Gepubliceerd door Alphons Siebelt op

Theodoor Wilmer (1886-1950) was bij zijn overlijden al jarenlang een coryfee van de katholieke zuil in Leiden. Vanaf 1917 tot aan zijn dood was hij lid van de gemeenteraad geweest, eerst voor de RKSP en na de oorlog voor de KVP. Vanaf 1920 was hij hoofdredacteur van het katholieke dagblad De Leidsche Courant. Na de Bevrijding werd hij benoemd tot wethouder, maar die functie zou hij slechts enkele maanden vervullen. Dat had alles te maken met een aantal hoofdredactionele commentaren in de krant tijdens de Bezetting. Volgens zijn critici zou Wilmer in de eerste twee jaren in die commentaren veel te meegaand zijn geweest en een veel te verzoenende toon hebben aangeslagen ten opzichte van de NSB. Die kritiek werd gedeeld door de Commissie van de Perszuivering. Wilmer moest door deze Commissie gezuiverd worden omdat hij na 1 januari 1943 was aangebleven als hoofdredacteur, zelfs nadat de krant had moeten fuseren met enkele andere dagbladen tot het Zuidhollandsch Dagblad. De commissie legde hem een verbod op om een journalistieke functie uit te oefenen tot en met 4 mei 1946. Aangezien ook ander medewerkers van de krant en de commissarissen van de uitgever door een gelijke beslissing waren getroffen kon De Leidsche Courant pas weer met ingang van 5 mei 1946 verschijnen. In de tussentijd was er een ander katholiek dagblad verschenen, De Burcht. Wilmer heeft zich altijd fel verweerd tegen de beschuldigingen. Hij achtte zich slachtoffer van een moedwillige verkeerde interpretatie van zijn artikelen.

Over De Leidsche Courant in oorlogstijd en De Burcht schreef Alphons Siebelt een artikel in het Leids Jaarboekje van 2011. Zie literatuurlijst 2011B.