Zwieten, Joop van

Gepubliceerd door Alphons Siebelt op

Joop van Zwieten (1915) woonde in Leiden waar zijn vader een kleermakerij had. Om aan de arbeidsinzet te ontkomen trad hij in oktober 1942 in het huwelijk, waarna hij met zijn vrouw in Rotterdam ging wonen. De huwelijkse staat bleek toch geen garantie te zijn om vrijgesteld te worden van de tewerkstelling in Duitsland. Daarom vertrok hij naar zijn ouders in Leiden, spoedig gevolgd door zijn vrouw. In Leiden woonde veel familie.

In april 1943 moesten de militairen, die in de meidagen van 1940 in actieve dienst waren geweest, zich melden om opnieuw in krijgsgevangenschap te worden afgevoerd. Van Zwieten, die als militair in de Peel-Raamstelling de oorlog had meegemaakt, gaf aan deze oproep geen gehoor en was dus automatisch onderduiker. In Leiden werd hij medewerker van het district Leiden van de Landelijke Organisatie voor hulp aan onderduikers (LO). Zijn naam komt voor op een lijst van namen van medewerkers van het district Leiden van de Landelijke Organisatie voor hulp aan onderduikers. Volgens de familie werden Joop en zijn jongere broer Frans (die in de meidagen van 1940 als militair de strijd rond vliegveld Ypenburg had meegemaakt) kort voor de bevrijding opgepakt in verband met een oefening met stenguns. Kennelijk waren zij lid van de Binnenlandse Strijdkrachten.

Wellicht is Joop van Zwieten met de LO in contact gekomen via de Timdelerclub of de christelijke korfbalvereniging Pernix, net als zijn zwager Piet Kouwenhoven. De Timdelerclub, opgericht in 1926, was een toneelclub voor jongelui van christelijke huize. Zijn jongste broer Willem was secretaris van Pernix. In november 1942 werd de club door het Commissariaat voor de niet-commerciƫle verenigingen en stichtingen ontbonden. De Leidse politie nam bij Van Zwieten een aantal materialen van de club in beslag: twee korfbaldoelpalen, twee ballen, een haspel met lint en een defecte spiegel. In een artikel in het Leids Jaarboekje van 2001 noemt LO-leider Cor Komhout Pernix als een club waarvan enkele leden al in mei of juni 1943 actief waren met het bijeenbrengen van bonkaarten (zie literatuurlijst 2001A).

Tekst bijgewerkt op 25 januari 2021 en 5 mei 2021.