Kastein, Gerrit

Gepubliceerd door Alphons Siebelt op

Van 1935 tot eind november 1939 woonde en werkte de neuroloog Gerrit Kastein (1910) in Leiden. Na zijn verhuizing naar Den Haag bleef hij met verschillende mensen in Leiden contacten onderhouden. Kastein was opgeleid bij dr. Abraham Gans, lector aan de Leidse universiteit, in de klinieken Rhijngeest en Endegeest. Hij publiceerde wetenschappelijke artikelen en promoveerde in 1937. Maar naast zijn beroep als neuroloog/psychiater was hij politiek actief in de CPN. Hij kwam op politieke bijeenkomsten bij de bekende Leidse CPN’er Nico Olivier en nam zitting in enkele antifascistische organisaties. In 1936 kwam er een gelegenheid zijn politieke opvattingen in daden te laten zien. Na het uitbreken van de Spaanse Burgeroorlog in juli 1936 ging Kastein in november met vier verpleegsters en een grote hoeveelheid medisch materiaal enkele weken naar Spanje. Na zijn terugkeer hield hij enkele malen een lezing over de ervaringen die hij daar had opgedaan. Zo sprak hij in maart 1938 op een ochtend in Trianon voor het Instituut voor Arbeidersontwikkeling. Tijdens deze ochtend werden ook nog enkele journaalfilms uit Spanje vertoond en hield Louis van Gasteren een declamatie. De ochtend werd afgesloten met de film “Bommen op Madrid” (waarschijnlijk Spanish Earth) van Joris Ivens en John Fernhout.

Kort na het begin van de bezetting werd Kastein actief in de illegale CPN in Den Haag en Leiden en later in Amsterdam bij de groep CS-6, die begin 1943 radicaliseerde. Eind december 1942 was het er sterk op gaan lijken, dat de NSB eindelijk een overheersende rol in Nederland zou gaan spelen. Mussert mocht zich met goedkeuring van Hitler ‘Leider van het Nederlandse Volk’ noemen en op 30 januari 1943 werd de NSB door Seyss-Inquart uitgeroepen tot ‘drager van de politieke wil van het Nederlandse volk’. Mussert kreeg toestemming van de Rijkscommissaris een Secretarie van Staat op te richten. De Secretarie van Staat bestond behalve uit Mussert zelf uit enkele ‘gemachtigden van de Leider’ op verschillende terreinen. Het leek op een voorbereiding tot een machtsoverdracht zodat er op korte termijn een nationaal-socialistische Nederlandse regering zou komen. CS-6 besloot tot actie over te gaan. Het eerste doelwit was luitenant-generaal b.d. H.A. Seyffardt, Gemachtigde (van de Leider) voor het Nederlands Vrijwilligerslegioen. Dit Legioen, onderdeel van de Waffen-SS, werd al vanaf 1941 ingezet aan het Oostfront. Op 5 februari 1943 werd Seyffardt thuis in Den Haag door Leo Frijda en Jan Verleun, leden van de verzetsgroep CS-6, neergeschoten. Hij overleed de volgende dag. Op 7 februari pleegde Jan Verleun en Gerrit Kasteyn een aanslag op H. Reydon, gemachtigde voor de Volksvoorlichting. Diens vrouw overleed ter plekke, Reydon enkele maanden later. Reydon woonde in Voorschoten. Aangezien de neergeschoten Seyffardt iets had gemompeld over studenten die de aanslag op hem zouden hebben gepleegd, besloot het Rijkscommissariaat een grote groep studenten te arresteren. Het begrip student werd ruim uitgelegd. De Leidse winkelier Han de Wilde schreef  op 9 februari 1943 in zijn dagboek dat de aanslag op Seyffardt had geleid tot razzia’s op studenten en op andere jongelui van 18-24 jaar. De hogere klassen van de HBS en het Gymnasium waren thuis gebleven. Wanneer de jongens niet huis werden aangetroffen werd volgens hem soms de vader meegenomen. Een ander gevolg van de aanslagen was dat alle studenten een ‘loyaliteitsverklaring’ moesten tekenen waarin de student beloofde (kort samengevat) zich te zullen houden aan de bestaande wet- en regelgeving en zich niet tegen de bezettende macht te zullen keren. Weigeraars dienden zich te melden voor de arbeidsinzet in Duitsland. De meeste studenten weigerden te tekenen. Een klein deel van hen meldde zich voor de arbeidsinzet, het merendeel dook onder. Kort na beide aanslagen werd Kastein gearresteerd. Tijdens een verhoor bij de Sipo/SD op het Binnenhof in Den Haag op 21 februari 1943 sprong hij met de stoel, waaraan hij was vastgebonden, door het raam van de verhoorkamer op de eerste verdieping naar buiten en was op slag dood.

De Leidenaar Buck Goudriaan schreef een biografie: Verzetsman Gerrit Kastein 1910-1943. ‘een communistische intellectueel van een vreeswekkende koelbloedigheid’ (Leiden 2010).
In 2017 werd in het Binnenhof in Den Haag de toenmalige verhoorkamer naar hem vernoemd. In de kamer is een plaquette aangebracht.