Schlagwein, Pieter
Op 19 oktober 1942 bracht een bewoner van de Hoge Morsweg een portefeuille aan het bureau met daarin een persoonsbewijs, een tabakskaart van de distributiedienst en twee zilverbons van elk één gulden. Dat waren toen geldige betaalmiddelen. De man had de portefeuille gevonden op zijn terrein. Het stond op naam van Pieter Schlagwein (1890-1957) maar al heel snel (op welke manier is niet bekend) bleek dat het was gebruikt door Jozef Meijer, een ondergedoken Jood. Omdat het persoonsbewijs was vervalst startte agent-rechercheur C. van der Plas van de Documentatiedienst een onderzoek en liet Schlagwein de volgende ochtend vroeg van zijn bed lichten om te worden verhoord. Tijdens dat verhoor zal Schlagwein wel hebben gezegd, dat hij al op 4 oktober aangifte had gedaan van vermissing (wat ook waar was), maar Van der Plas zal ongetwijfeld hebben onderzocht of er geen sprake was van jodenhulp. In deze maanden werden er regelmatig Joden met vervalste persoonsbewijzen opgepakt evenals mensen die in persoonsbewijzen handelden. De vervalsing bleef meestal beperkt tot het verwisselen van de pasfoto, wat overigens bijzonder moeilijk zonder beschadigingen te realiseren was. Schlagwein werd na twee nachtjes in de cel vrijgelaten.
Tekst verbeterd en geheel herschreven op 25 juli 2022.