Barnstijn-van den Berg, Sientje, Aletta, Simon en Guustaaf

Gepubliceerd door Alphons Siebelt op

Sientje van den Berg

Sientje Barnsteijn-van den Berg (Bron: archief familie Barnstijn)

Sientje van den Berg werd op 29 april 1876 in Rotterdam geboren. Haar ouders Simon van den Berg en Sibilla van der Woude woonden aan het Steiger nr. 8, vlak bij de grote markt van Rotterdam. Vader Simon was spiegelfabrikant en had een winkel aan het Steiger. Moeder Sibilla was ‘huisvrouw’. Simon overleed vrij jong.

Op 17 juli 1902 trouwde de 26-jarige Sientje met de op 23 oktober 1874 in Groningen geboren Mourits Salomon Barnstijn. Mourits’ vader zat in de wapenhandel. Sientjes bruidegom was destijds tweede luitenant der Infanterie bij het Nederlands leger. In september 1902 vertrok het stel naar Nederlands Indië. Mourits zou daar dienen in het Koninklijk Nederlands-Indische Leger (KNIL).

Mourits en Sientje woonden op verschillende plekken in Indië, eerst op Java. In de loop der jaren kregen ze drie kinderen: Aletta (1903), Simon (1904) en Guustaaf  (1910). Mourits werkte zich op tot civiel-gezaghebber, de laatste jaren in het oosten van Sumatra.

In 1911 sloeg het noodlot toe. In september 1911 zou het gezin voor verlof naar Nederland komen, maar in juli van dat jaar kwam Mourits in aanraking met een man met cholera. Mourits raakte besmet en overleed een paar dagen daarna, 36 jaar oud, op 27 juli 1911. Hij werd in Labouan Bilik op Sumatra begraven.

Via het leger kreeg de weduwe Sientje een klein staatspensioentje waarvan het vaderloze gezin niet rond kon komen. Sientje besloot om met de kinderen terug naar Nederland te gaan.

Daar heeft ze aanvankelijk met de kinderen bij haar moeder of bij haar broer Salomon gelogeerd. Na veel omzwervingen, via Rotterdam, Kampen, Alkmaar, Den Haag en Oegstgeest komt ze in Leiden te wonen. Het lukte Sientje om haar gebroken gezin door onrust en armoede te loodsen. Met de kinderen ging het goed.

In 1928 haalde Simon zijn doctoraal examen in Indisch Recht aan de Universiteit Leiden. In januari 1929 trouwde hij met Antonette Hartsuijker. Aletta werd ziekenverpleegster en trouwde in 1928 met Jan Coelingh.

In 1936 verhuisde Sientje met haar jongste zoon Gustaaf en zijn toekomstige vrouw Ilselotte Lenselink, naar de Van ’t Hoffstraat 11 in Leiden. Sientje was toen 61 jaar oud. Guus gaf bijles om wat geld te verdienen en was bezig om een opleiding te volgen als dierenverzorger. Zodra hij die had afgerond begon hij een praktijk als dierenverzorger aan de Lange Mare in Leiden.

Ook al had Sientje afstand genomen van haar Joodse achtergrond en bezat ze een bewijs dat ze niet tot de “Israëlitische Kerk” behoorde, tijdens de Duitse bezetting werden zij en Guus gedwongen om een Jodenster op hun kleding dragen.

Op 23 juni 42 werd Guus in een straat met éénrichtingverkeer aangehouden omdat hij zonder ster tegen de rijrichting infietste. Later zou blijken dat hij als één van de eerste Leidse Joden werd weggevoerd en vermoord.

Op 17 maart 1943 werd ook Sientje gearresteerd en naar het station gevoerd om vervolgens in Westerbork terecht te komen in barak 68, bed 12. Vanuit Westerbork probeerde Sientje te regelen dat haar pensioentje voortaan aan haar dochter Aletta zou worden uitgekeerd.

Op 22 maart schrijft dochter Aletta aan haar moeder: “Eindelijk weet ik waar U zich bevindt. Hopelijk alles goed.” Op 24 maart schrijft Aletta nog aan haar moeder met de vraag of ze nog iets nodig heeft. Beide kaarten worden aan Aletta teruggestuurd. Sientje is dan al weggevoerd. Drie dagen na vertrek uit Westerbork: 26 maart 1943, werd Sientje vermoord in Sobibor.

Sientje werd bijna 67 jaar oud.

Aletta en Simon overleefden de oorlog.

————————————————————————————————————

Op woensdag 6 november 2024 werd door de Stichting Herdenking Jodenvervolging Leiden een Stolperstein voor Sientje geplaatst bij haar laatste vrijwillig bewoonde adres: Van ’t Hoffstraat 11.

Een verslag van deze dag is te lezen op de website van de Stichting Herdenking Jodenvervolging Leiden. Daarop staan ook foto’s en de teksten die bij de steenleggingen werden uitgesproken.

Deze tekst is (deels) gebaseerd op informatie van de Stichting Herdenking Jodenvervolging Leiden, die toestemming verleende voor de tekstbewerking en het plaatsen van beeldmateriaal.

BRONNEN

Pieter Schrijnen (Werkgroep Stolpersteine Leiden)

Joods Monument – Sientje Barnstijn-van den Berg

Tekst aangepast door de redactie op 8 januari 2025.