Onteigende en verkochte Joodse huizen

Gepubliceerd door Alphons Siebelt op

Soms komen al lang bekende zaken opeens in de belangstelling. Dat gebeurde onder meer met de onteigening en verkoop van ‘Joods grondbezit’ zoals het door de nazi’s werd genoemd. Het was één van de maatregelen om de Joden uit het openbare leven te verwijderen en om zich meester te maken van hun eigendommen.

Verkaufsbücher
Het proces van onteigening van het Joodse grondbezit werd al nauwkeurig beschreven door Gerard Aalders in zijn boek Roof uit 1999, maar de concrete omvang van deze roof werd pas zichtbaar voor het grote publiek door de publicatie van de gegevens uit de Verkaufsbücher door het Nationaal Archief. Die boeken, de serie mist één deel, vermelden per adres de gegevens van de eigenaar en van de koper, de koopprijs en de betrokken notaris. Ook de datum van de levering staat genoteerd. Deze gegevens zijn door verschillende geïnteresseerden gekoppeld aan andere datasets en plattegronden, waarna het resultaat op internet werd gezet. Ook voor het TV-progamma Pointer over de boeken, uitgezonden in mei 2020, werd een website gemaakt. Vanaf het najaar van 2021 besteedde Pointer data aandacht aan enkele Nederlandse gemeenten.
Leiden4045.nl heeft een deel van de gegevens uit de Verkaufsbücher opgenomen in de tabel met locaties, waardoor de effecten van de onteigening in Leiden duidelijk worden.

Onteigening van Joods ‘grondbezit’
In 1940 werd in Verordening 189 een aanvang gemaakt met de ‘verwijdering van de Joden uit het bedrijfsleven’. Bedrijven kregen een beheerder die het bedrijf kon verkopen of liquideren. Nadat in juni 1941 de Joden was aangezegd hun landbouwgrond vóór 1 september aan niet-Joden te verkopen moesten zij bij Verordening 154/1941 van 11 augustus 1941 vóór 15 september 1941 hun overig ‘grondbezit’ aanmelden bij de Nederlandsche Administratie van Onroerend Goed ofwel de Niederländische Grundstückverwaltung (NGV). Het begrip ‘grondbezit’ omvatte meer dan alleen stukken grond, maar ook gevestigde zakelijke rechten zoals hypotheken.
Het aangemelde grondbezit kwam onder beheer van het ANBO (Algemeen Beheer van Nederlandse Onroerende goederen). Een kantoor was gevestigd aan de Zoeterwoudsesingel nummer 10, het pand van het echtpaar Blitz-Hangjas. Het ANBO moest de panden vrij maken voor de verkoop. Dat veroorzaakte soms problemen met hypotheekbanken, maar na wat druk en dreigen van bovenaf was dat probleem spoedig verdwenen. Alleen van de verkochte panden werden de al genoemde verkoopgegevens genoteerd in de Verkaufsbücher. De niet-verkochte panden staan er dus niet in.

Joods grondbezit in Leiden
Gemakshalve spreken we verder over panden, want alleen daarover weten we nu iets uit die Verkaufsbücher. Die vermelden voor Leiden iets meer dan 90 panden, voor Oegstgeest vijf. Uit Leiderdorp en Zoeterwoude zijn geen adressen opgenomen. Verder staan er ook nog dertien adressen buiten Leiden in. Mw. Boässon-Cohen bijvoorbeeld bezat vier panden in Zeeland. Zowel wijlen haar man als hun kinderen waren in Middelburg geboren. De meeste panden werden verhuurd. Het pand van Blitz, waar het ANBO kantoor hield, staat niet in de boeken, het is waarschijnlijk gewoon ingepikt en was in februari 1944 nog bij het ANBO in gebruik. Het was eigendom van de slager Samuel Marsman.

Enkele panden, waarvan we weten dat ze bewoond werden door de eigenaar ontbreken in de boeken. Een voorbeeld is het pand van Weijl in de Kloksteeg. Een ander voorbeeld is het pand van Loeb in de Breestraat. Het werd door het ANBO in het Dagblad voor Leiden en Omstreken van 5 februari 1944 te koop aangeboden voor fl. 72.000. De Wehrmacht schijnt er een tijdje gebruik van te hebben gemaakt. Het is niet verkocht. Het synagogecomplex staat er ook niet in; het werd volgens de verhalen wel gebruikt als opslagplaats.

Verkoop
Aan de verkoop van Leidse panden werkten mee notaris, A. Caland, die zich in 1941 vanuit Doesburg in Leiden vestigde als opvolger van H. Markusse, Hooigracht 76 en notaris N.W. Holtkamp, Rapenburg 66, die in juli 1942 eveneens een Leidse notaris was opgevolgd. De panden werden voornamelijk door Leidenaren opgekocht, allen particulieren. Ook enkele mensen uit Noordwijk, Alphen aan den Rijn en nog enkele andere plaatsen pikten een graantje mee. Van een aantal is bekend dat ze tot de NSB behoorden, maar het waren niet allemáál collaborateurs. Mw. C.C. Wirtz bijvoorbeeld heeft naar alle waarschijnlijkheid het pand van haar baas Turksma in de Haarlemmerstraat gekocht om een persoonlijke reden. Zij had het pand al vrij snel na het begin van de Bezetting op haar naam gezet gekregen en had Turksma een tijdje als onderduiker in huis gehad. Op 12 december 2021 besteedde het TV-programma Pointer Data aandacht aan de aankoop van het huis van de weduwe Rachel Cosman-Mendes da Costa door haar buurman Emile Gobée. Ook Gobée heeft het pand als vriendendienst gekocht. In het pand van Loeb blijkt op 1 mei 1946 een meubelmakerij in te zijn gevestigd van P.J. van der Klugt. Die moet hebben geweten dat het pand nog maar kort geleden van Loeb was geweest, maar we weten nog niet wanneer hij er in is getrokken en onder welke omstandigheden. Misschien pas na de Bevrijding. We moeten oppassen voor voorbarige conclusies. Pas eind 1949 werd de winkel van Loeb weer onder die naam geopend, maar nu was het een winkel voor damesmode geworden. Lang zou het niet duren want in 1951 werd de zaak overgenomen door het bekende modeconcern Lampe.
In Leiden zal het lastig zijn geweest de herkomst van Joodse eigenaren te verdoezelen. Van winkels was de herkomst zonneklaar, maar bij huurwoningen zullen maar weinig mensen hebben geweten dat die huizen van Joden waren afgepakt. Toch moeten dus voorzichtig zijn met snelle conclusies over de kopers. De gemeente Leiden wordt niet vermeld als koper.

Joodse panden in de VerkaufsbücherVerkoopprijzen
De huizenprijzen lopen vanaf fl. 375 voor een pandje aan de Koolgracht tot 35.000 voor Huize Zarse aan de Stationsweg, dat in gebruik was als Wehrmachtsheim. Het hoogste bedrag werd betaald voor het pand Haarlemmerstraat 54b. Dat moest fl. 40.000 opbrengen. Zowel het goedkoopste als het duurste pand was eigendom van de weduwe Sara van Amerongen-Nopol.  Zij bezat nog tien andere panden. Het geheel werd verkocht voor het totaal bedrag van fl. 87.600. De gevraagde koopsom van fl. 72.000 voor het pand van Loeb was dus een heel fors bedrag gelet op die 40 mille voor dat pand in de Haarlemmerstraat.
Wat zijn die prijzen in tegenwoordige euro’s? Het Instituut voor Sociale Geschiedenis heeft daarvoor op de website een prachtige omrekenfunctie. Omgerekend volgens het IISG moet 40.000 gulden uit 1943 in 2020 worden vermenigvuldigd met de factor 6.56, wat resulteert in 262.400 euro. Voor de duidelijkheid: 100 gulden, nu dus 656 euro, was in 1943 een maandloon voor een ongeschoolde arbeider. En ook voor de duidelijkheid: de Joodse eigenaren kregen geen cent van de opbrengst. Volgens Aalders werden de panden meestal te laag getaxeerd vanwege vriendjespolitiek en deels betaald met zwart geld. Panden werden doorverkocht met vette winst, soms wel 100%. Om dat verder uit te zoeken zou een vergelijking kunnen worden gemaakt met de verkoopprijzen uit met name 1943. Dat is echter een enorm karwei, dat voorlopig buiten het kader van Leiden4045.nl gaat.

Na de oorlog
De Verkaufsbücher maken duidelijk, wat de omvang van deze roof is geweest en wie daar aan hebben meegewerkt. Uit de gegevens over het pand van Loeb wordt al een beetje duidelijk, dat de teruggave van de panden een paar jaar kon duren. Dat is bekend uit de literatuur over Rechtsherstel.
In enkele steden is een onderzoek gestart naar de rol van de gemeente bij de gang van zaken op het gebied van het doorberekenen van lasten aan reeds gedeporteerde inwoners. De overlevende eigenaren of hun erfgenamen werden soms na de oorlog geconfronteerd met naheffingen. In Leiden zou het kunnen gaan om grond- en straatbelasting en eventueel om Rijnlands bundergeld. Maar om de hele gang van zaken, inclusief de naoorlogse afwikkeling, te kunnen beoordelen moet heel veel werk worden verricht, wat de capaciteiten van Leden4045.nl ruim te boven gaat.

Panden zoeken op Leiden4045.nl
De adressen van de in de Verkaufsbücher opgenomen panden uit Leiden en Oegstgeest zijn aan de tabel met locaties toegevoegd en eenvoudig op te roepen via de zoekterm onteigende of een gedeelte van de woorden onteigende en verkochte Joodse huizen. Daarnaast kunnen de afzonderlijke berichten worden gevonden via het trefwoord Verkaufsbücher.

Meer lezen?
Gerard Aalders, Roof. De ontvreemding van joods bezit tijdens de Tweede Wereldoorlog, (Den Haag 1999). Op internet is veel te vinden op de toepassing van de gegevens uit de Verkaufsbücher.

Bewerkte afbeelding Erfgoed Leiden PV 30655.24. Foto uit 1972 van monumentenzorg: Haarlemmerstraat 54 met het Broekenpaleis en Leeuwin’s Meubelpaleis. Public Domain.

Tekst aangepast op 2 januari 2021 en op 23 november 2021.