Blitz-Hangjas, familie Jacob en Hanna

Gepubliceerd door Alphons Siebelt op

De muziekleraar Jacob Blitz (1883) en zijn vrouw Hanna Blitz-Hangjas (1894) werden gedwongen hun woning te verlaten en in te trekken bij de familie Bloemkoper in de Tiboel Siegenbeekstraat. De inwonende moeder van Hanna, de weduwe Betje Hangjas-Piller (1857), verhuisde mee. Hanna Blitz was eigenaresse van een damesmodezaak La source de nouveauté.

Bij de eerste razzia in Leiden, in de nacht van 5 op 6 maart 1943, werden ze met nog een aantal andere Leidse Joden (onder wie de Bloemkopers) opgepakt en naar Westerbork overgebracht. Al op 10 maart werden Jacob en Hanna op transport gesteld naar Sobibór en daar bij aankomst direct vergast. Betje Hangjas-Piller stierf daar op 20 maart 1943. Hun dochter Alice (1923) was werkzaam in het Joods weeshuis en ging met de kinderen mee toen het weeshuis op 17 maart 1943 werd ontruimd. Zij werd vermoord in Auschwitz op 26 maart 1943, tegelijk met een aantal kinderen uit het weeshuis en een aantal andere Leidenaren.
In huis woonde ook nog een nichtje Elisabeth Jeanette Hangjas (1928); zij werd al op 12 december  1942 in Auschwitz vermoord.

Het huis werd na hun gedwongen vertrek in gebruik genomen door het administratiekantoor ANBO.

Tekst herzien op 23 oktober 2020.