Gorzynski, Maksymilian
Maksymilian Gorzynski (1899) was een Pools-Duitse vluchteling, die in 1939 in Leiden kwam wonen. Zijn geboortestreek Mazurië in Oost-Pruisen behoorde toen tot het Duitse Keizerrijk en bleef Duits na de Eerste Wereldoorlog, ook al was de meerderheid van de bevolking Poolssprekend (Mazoerisch). Vóór de machtsgreep van de nazi’s in 1933 was hij politiek actief voor de Kommunistische Partei Deutschand (KPD). Nadat de nazi’s de macht hadden gegrepen werd hij gearresteerd en opgesloten in het ‘Moorlager’ Börgermoor, vlak bij de Nederlandse grens. In 1935 wist hij daaruit te ontsnappen en naar Nederland te vluchten.
In Leiden
Via bestaande contacten met sympathisanten kreeg hij de kans om naar Leiden te komen en kwam in huis bij Annie Otter in de Leeuwerikstraat. Annie Otter was gescheiden en had de zorg voor twee kinderen. Twee deuren verder woonde een oude bekende van Max, Alfred Kimpel, een KPD’er die ook uit Duitsland was gevlucht. Tussen hen in woonde een bioloog, een zekere Niko Tinbergen, die in 1940 lector werd aan de Leidse universiteit en het nog ver zou brengen. Maxiem moest zich dagelijks melden bij de Leidse vreemdelingenpolitie.
Hoek van Holland en Wuppertal
Op een dag werd hij aangehouden en in het opvangkamp Vianda te Hoek van Holland vastgezet. In dat kamp zaten hoofdzakelijk Joodse vluchtelingen. Daar maakte hij de meidagen van 1940 mee. Na de capitulatie werd hij door de Duitse politie gearresteerd en naar de gevangenis in Wuppertal overgebracht, waar hij tot zijn verrassing Alfred Kimpel tegenkwam, die ook was opgepakt. Voor de tweede maal wist hij te ontsnappen en naar Nederland te vluchten.
Terug in Leiden
Zo kwam hij terug in Leiden bij Annie Otter, nu als onderduiker. Max luisterde daar naar de radio; hij sprak en verstond Russisch, dat had hij vroeger geleerd. De radioberichten werden in correct Nederlands uitgeschreven door de buren, de familie Tinbergen. Later maakte Max ook vlugschriften voor de in Leiden gelegerde Poolssprekende Duitse militairen. In 1943 verbleef hij een tijdje in Den Haag, omdat de Duitse politie naar hem op zoek was en het huis van Annie Otter in de gaten werd gehouden. In Den Haag kreeg hij een volledig ‘rondgezet’ persoonsbewijs zodat hij vrij kon rondlopen. Een rondgezet persoonsbewijs was gebaseerd op valse gegevens uit de burgerlijke stand en was bestand tegen een vergaande controle door de politie. Hij was nu Johannes Marinus van Wijk, geboren in 1895 in Zwitserland. Dat verklaarde uiteraard zijn vreemde accent. En de politie kon zijn geboorteakte niet verifiëren.
Terug naar Polen
Na de oorlog trouwde hij met Annie maar het huwelijk hield geen stand. Max ging terug naar zijn geboortegrond in Polen om daar zijn oude dag door te brengen. Hij overleed in 1986.
Levensverhaal
Maxim Gorzynski heeft zijn levensverhaal uitgebreid en gedetailleerd beschreven. Zo noemt hij enkele namen van mensen die hem behulpzaam zijn geweest. In Leiden waren dat Hetty Roessingh en Henriëtte van Traa-van der Burg. Ook interessant is zijn opmerking dat de Duitse politie in Wuppertal beschikte over zijn dossier van de vreemdelingenpolitie in Leiden.
Met dank aan Martin Kroon en Max Gorzynski jr.