Cohen, Dolf
Het leven van Adolf Emile (Dolf) Cohen (1913-2004) is nauw verbonden geweest met de Leidse universiteit. Hij studeerde er geschiedenis en promoveerde in 1941. Direct na de oorlog was hij een van de oprichters van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie en bleef daaraan verbonden totdat hij in 1960 het professoraat in de middeleeuwse geschiedenis aan de Leidse universiteit aanvaardde. Later werd hij nog rector-magnificus. Op internet zijn verschillende biografieën van hem te raadplegen.
Dolf Cohen was een zoon van de Rotterdamse apotheker Hendrik Cohen, die in 1933 privaatdocent (lector) was geworden aan de Leidse universiteit in de geschiedenis van de farmacie. De familie van zowel van vaders als moeders kant telde verschillende academici.
Dolf behaalde in juli 1940 zijn doctoraal examen, zijn vader werd eind november 1940 ontslagen omdat hij Jood was. De sluiting van de universiteit na het opstootje van 26 november bleef beperkt tot het onderwijs, academische examens bleven mogelijk. Zo kon Dolf in augustus 1941 gewoon promoveren bij Johan Huizinga. Daarna werd hij leraar aan het lyceum voor Joodse leerlingen in Haarlem. De oorlog overleefde Dolf in Haarlem, ondergedoken bij een broer van de Leidse notaris J. Fuhri Snethlage.
Op 14 juni 1945 trouwde hij met Hetty Koster, die eerder gehuwd was geweest met Nol Cosman. Cosman had in mei 1940 zelfmoord gepleegd. Hij was een zoon van de in 1942 overleden Leidse advocaat Erik Cosman en Rachel Mendes da Costa. Dolf en Hetty kregen twee kinderen, onder wie de latere burgemeester van Amsterdam Job Cohen.