Marquenie, Willem

Gepubliceerd door Alphons Siebelt op

De Blansjaarspoort aan de LangegrachtWillem Marquenie (1904) woonde met vrouw en kinderen in een huisje in de Susanna Klinkertstraat, een zijstraatje van de Langegracht bij de gemeentelijke reinigings- en ontsmettingsdienst. Het straatje was vóór de oorlog al ernstig in verval, maar is pas ruim na de oorlog gesloopt en in de vergetelheid geraakt. Toch werden er in de oorlogsjaren nog meer dan tien huisjes bewoond.
Erfgoed Leiden bewaart enkele foto’s van het straatje, dat toegankelijk was via een poort in het pand (links op de foto) Langegracht 222, die de de Blansjaarspoort werd genoemd. Het geheel was ongetwijfeld genoemd naar het echtpaar Susanna Klinkert en Adrianus Blansjaar, dat in 1874 huwde. Susanna overleed in 1886 en Adrianus in 1906. Waarom de bebouwing naar beide echtelieden is genoemd blijft voorlopig nog duister. Mogelijk waren zij de eigenaren van de percelen.

Dakloos
Het gezin Marquenie met zes kinderen was op 30 januari 1941 door de deurwaarder uit hun huis aan de Hoge Rijndijk gezet en dakloos geworden. Daarna had het gezin in de strenge wintermaand januari op straat rondgezworven, terwijl de nachten werden doorgebracht op het Leidse politiebureau. Het was zelfs zo, dat de jongste kinderen op het bureau verbleven en de ouders met de oudste kinderen op zoek gingen naar nieuwe woonruimte. Willem Marquenie stond al vóór de oorlog bekend als communist, iets wat verhuurders zal hebben afgeschrikt. Uiteindelijk kwamen ze dus terecht in de achterbuurt van de Susanna Klinkertstraat.

Arrestatie
In september 1944 deden twee Leidse Landwachters in opdracht van de Sipo/SD een inval in het huisje van Marquenie omdat Willem verdacht werd van het verspreiden van De Waarheid. Rudi Harthoorn beschrijft in zijn excellente boek Vuile oorlog in Den Haag op de pagina’s 379-380 hoe dat is gegaan. Willem was namelijk aangegeven door zijn eigen vrouw bij de Sipo/SD in Rotterdam. Terwijl Willem tegenover de Landwachters ontkende communist te zijn wees zijn vrouw de plaats aan waar de illegale blaadjes werden bewaard. Marquenie werd overgebracht naar het politiebureau Haagse Veer in Rotterdam, waar hij hardhandig werd verhoord.

Executie
Eén van de twee arrestantenkaarten (de bewerker spelt de naam als Margenie) van de Rotterdamse politie vermeldt dat Willem op 11 september voor verhoor werd meegenomen, maar niet meer terugkeerde in zijn cel. Meer staat er niet, maar we weten wel wat er is gebeurd: Willem werd op de Schietbaanlaan, vlakbij het politiebureau, door de Sipo/SD geëxecuteerd, zogenaamd “op de vlucht neergeschoten”. Dat lot trof ook een Rotterdamse arrestant.

Harthoorn merkt aan de hand van dit voorbeeld op hoe fel de vervolging van de communisten door de Sipo/SD in die tijd nog was, maar de terreur zou in de maanden erop volgend nog toenemen. De vrouw van Marquenie is na de oorlog veroordeeld tot twaalf jaar gevangenisstraf.

Afbeelding: detail uit ELO PV 31030.31. Foto uit 1966 van de dienst Monumentenzorg, Public Domain.

Artikel bijgewerkt op 17 oktober 2020.