Sluis, Johnny van der

Gepubliceerd door Alphons Siebelt op

Johnny van der Sluis was een zoon van het echtpaar Israël en Betje van der Sluis-Cohen, die aan de Nieuwe Mare een winkel in herenconfectie bestierden. Het echtpaar werd tijdens de razzia in de avond van 5 op 6 maart 1943 opgepakt en afgevoerd naar Westerbork. Ze werden beiden op 30 april vergast in Sobibór.
Tot de zomer van 2020 was over hun enige zoon Johnny alleen bekend dat hij op 2 januari 1945 was omgekomen in het concentratiekamp Neuengamme. Kennelijk was hij ondergedoken en opgepakt, maar waar en wanneer dat allemaal had plaatsgevonden wist niemand.
Totdat de Belgische journalist Timmie van Diepen onderzoek ging doen naar een dramatische gebeurtenis in het Belgische Molenbeersel waarbij verschillende van zijn familieleden waren betrokken. Van Diepen onderzocht de arrestatie van enkele Belgische partizanen in dat dorp met ongeveer 2000 inwoners, net over de grens bij Weert. Tijdens zijn onderzoek vond hij een aantal brieven, die duidelijk maken wat er met Johnny is gebeurd en waarom hij in Neuengamme terecht is gekomen.

Molenbeersel (B) 22 augustus 1944
De Gewapende Partizanen, een Belgische verzetsbeweging, hadden in het dorp een schuilplaats in een leegstaande tramremise in het dorp, van de reeds langer opgeheven tramlijn Weert-Maaseik. Nadat een opgepakte partizaan was doorgeslagen, werd de schuilplaats op 22 augustus 1944 overvallen door de Sipo/SD, bijgestaan door een eenheid van de Kriegsmarine, waarbij vier mannen werden gearresteerd. Eén van hen, die volgens zijn eenzelvigheidskaart (het Belgische persoonsbewijs)  Johnny Stals heette, riep nog dat hij maar een gewone onderduiker was, maar desondanks werden de vier mannen naar Fort Breendonk (een soortgelijk SS-kamp als Kamp Amersfoort) overgebracht. Stals ging van daaruit naar KZ Neuengamme.
De Sipo/SD arresteerde die dag nog enkele inwoners van Molenbeersel, allen familie. Twee mannen, de overgrootvader en betovergrootvader van Van Diepen, werden zonder pardon doodgeschoten. Eén van de arrestanten was gewond geraakt bij een aanslag in het dorp, enkele dagen eerder, op een Duitse soldaat. Terwijl Stals moest toekijken werden drie arrestanten gedwongen om de gewonde partizaan op te hangen aan een elektriciteitspaal naast hun huis.

Johnny van der SluisStals blijkt Van der Sluis te zijn
Na de oorlog kreeg men in Molenbeersel bericht van het Belgisch Commissariaat voor Repatrieering dat Johnny Stals uit Molenbeersel was omgekomen in het concentratiekamp Neuengamme. Maar Johnny Stals was bij de burgerlijke stand onbekend. Nu had Johnny Stals een brief achtergelaten bij de familie waar hij was ondergedoken, die moest worden geopend in geval hij zou zijn overleden. Aangezien dat het geval was, werd de brief geopend. In die brief stond, dat hij in werkelijkheid Johnny van der Sluis heette en een gevluchte Jood uit Leiden in Nederland was. Johnny vermeldde in zijn brief nog een bijzonderheid: hij had zich op 5 maart 1943 laten dopen door rector Bernefeld van het Leidse Sint Elisabethziekenhuis. Hij had zich dus bekeerd tot het katholicisme. Johnny vroeg de lezer om Bernefeld op de hoogte te brengen wanneer hem iets was overkomen.
Geheel volgens de wens van Johnny nam de burgemeester contact op met rector Bernefeld. Helaas is het antwoord van Bernefeld verloren gegaan, anders waren we misschien te weten gekomen hoe Johnny in België terecht is gekomen. Het kan haast niet anders, dan dat dit via een katholiek lijntje is gegaan.

Gedoopt
Wanneer Johnny herkend zou zijn als Jood zou hij hoogstwaarschijnlijk naar Auschwitz zijn gestuurd. Dat is kennelijk niet gebeurd en daarom werd hij naar een concentratiekamp overgebracht. Helaas heeft dat er niet toe geleid, dat hij de oorlog heeft overleefd. Opmerkelijk is uiteraard, dat Johnny zich heeft laten dopen en wel op 5 maart 1943. Op die datum werden zijn ouders opgepakt en is hij zelf aan arrestatie ontkomen. Mogelijk had de familie goede contacten met de buren, op Korte Mare 21, de uitgeverij en drukkerij Ars Catholica, maar dat is slechts een veronderstelling. Voor de volledigheid: deze uitgeverij van allerhande katholiek drukwerk werd in in 1919 opgericht door Joh. L. van Lith, die het bedrijf leidde tot aan zijn dood in 1949.

Meubelen
Later bleek nog dat Johnny of zijn ouders meubilair hadden opgeslagen bij een expediteur in Leiden onder de naam van een kennis in Haarlem. Het is dus zeer aannemelijk dat de familie het gedwongen vertrek had voorbereid. Ook de doop van Johnny moet van tevoren zijn afgesproken.

Met dank aan Timmie van Diepen voor het verstrekken van zijn gegevens.