De verzekeringsinspecteur Jacob Key (1901) was medewerker van de groep van Theo en Sara Talboo-Lafeber. Hij werd op 19 januari 1945 tegelijk met het echtpaar Talboo en Reinier en Jobje van Kampenhout gearresteerd door de Feldgendarmerie (de Duitse militaire politie). Talboo en Key werden overgebracht naar Kamp Amersfoort en op… verder lezen ».
Piet van Egmond (1914-1964) was een steunpilaar voor de hulp aan ondergedoken Joden in Rijnsburg, vooral kinderen. Via de groep van Leny Visser en Theo Talboo, beiden uit Oegstgeest, en via Michiel Woelders, uit diezelfde plaats, kreeg hij regelmatig Joodse kinderen onder zijn hoede, die dan weer ergens onder dak… verder lezen ».
Klaas Veen (1904-1964) was sinds 1937 ambtenaar op de gemeentesecretarie van Oegstgeest en in 1943 medewerker van het plaatselijk distributiekantoor. In 1943 (waarschijnlijk al in 1942) voorzag hij diverse mensen clandestien van distributiebescheiden. Onder zijn afnemers was onder meer plaatsgenoot Theo Talboo, die daarmee Joodse onderduikers hielp. Ook de Landelijke… verder lezen ».
Melkhandelaar Piet Linck kwam in december 1943 via Theo Talboo uit Oegstgeest in contact met Marinus Post. Marinus Post en zijn KP gebruikten het huis van Linck enige tijd als thuisbasis, waar behalve Marinus onder andere ook ‘Arie’ (Arnold) Stramrood en ‘Frits ‘ (Willem Frederik) Smit verbleven (beiden gefusilleerd in… verder lezen ».
Marcel Keezer (1903-1993) woonde vóór de oorlog in Den Haag. In de zomer van 1942 besloot hij in verband met de in gang gezette deportaties van Joden onder te duiken. Op 17 augustus 1942 kwam hij in huis bij de pottenbakker Meindert Zaalberg in Leiderdorp, waar hij zich bezig hield… verder lezen ».
Dick de Kler (1923) was instrumentenmaker van het Academisch Ziekenhuis, werkzaam op de röntgenafdeling. Via zijn chef Theo Klein werd hij medewerker van Theo Talboo uit Oegstgeest. Na diens arrestatie in januari 1945 bleef hij bij de groep, die onder leiding kwam van “zwarte Frits“. Met verschillende mensen uit Leiden… verder lezen ».
Arie en Nel de Koning-Rietveld boden onderdak aan ondergedoken Joden. Zij zorgden voor een Joods jongetje en voor Lies Bos (Leesha Bornstein). Arie en Nel de Koning-Rietveld kregen in 1980 de onderscheiding Rechtvaardige onder de volkeren van de Israëlische organisatie Yad Vashem. De ouders van Nel, Leendert en Aaltje Rietveld-Kamperman… verder lezen ».
Leendert en Aaltje Rietveld-Kamperman hebben verschillende ondergedoken Joden in huis gehad, onder wie Lies Bos (Leesha Bornstein). Leendert en Aaltje Rietveld kregen in 1979 de onderscheiding Rechtvaardige onder de volkeren van de Israëlische instelling Yad Vashem. Op dit adres woonde ook Gonda van Dam, die in april 1943 als onderduikster… verder lezen ».