Veen, Klaas
Klaas Veen (1904-1964) was sinds 1937 ambtenaar op de gemeentesecretarie van Oegstgeest en in 1943 medewerker van het plaatselijk distributiekantoor. In 1943 (waarschijnlijk al in 1942) voorzag hij diverse mensen clandestien van distributiebescheiden. Onder zijn afnemers was onder meer plaatsgenoot Theo Talboo, die daarmee Joodse onderduikers hielp. Ook de Landelijke Organisatie voor hulp aan onderduikers (LO) kreeg bonnen en dergelijke toegeschoven. Aan die mogelijkheden kwam abrupt een einde op 9 november 1943, toen een ploeg uit Koog-Bloemwijk, geassisteerd door plaatselijke bekenden van Talboo, het kantoor overvielen. Bij deze overval werden rond de 14.000 bonkaarten, 283 blanco persoonsbewijzen en bijna 500 legeszegels buitgemaakt met daarbij nog een bedrag van fl 14471, 61. De buit werd verdeeld onder de ploeg uit Koog-Bloemwijk, de groep Talboo en Johannes Post, die kort daarvoor bij zijn broer in Rijnsburg was ondergedoken. Een lid van de overvalploeg toog naar Rotterdam om de buit te verkopen. Hij noemde en roemde daarbij de persoon van Klaas Veen, als gevolg waarvan Veen op 11 december werd opgepakt. Toen Veen naar Rotterdam werd vervoerd kreeg de auto waarin hij zat een aanrijding waarbij Veen gewond raakte en in de St. Ursulaklinek in Wassenaar werd opgenomen. Een poging om hem daar weg te halen ging niet door en ook een poging hem vrij te kopen mislukte. Pas op 29 augustus 1944 kwam de zaak voor het Deutsches Obergericht in Utrecht, waar de zaak werd aangehouden. Veen werd niet veroordeeld en werd op 25 april 1945 vrijgelaten.