Gemeentehuis en distributiekantoor Oegstgeest
De burgemeester van Oegstgeest A.J. van Gerrevink kwam werd op 18 april 1941 gearresteerd en zou een maand in het huis van bewaring in Scheveningen (het “Oranjehotel”) opgesloten blijven. Gerrevink werd met ingang van 1 maart 1942 wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd eervol ontslagen en werd opgevolgd door O.L.J. Sikkens, lid van de NSB, die in augustus werd geïnstalleerd.
Op grond van een Duitse verordening werden de taken van de gemeenteraad per 1 september 1941 waargenomen door de burgemeester. Na de verkiezingen van juni 1939 telde de raad dertien raadsleden, onder wie K. Simon Thomas (Gemeentebelang), H.W. Borgerhoff Mulder (Gemeentebelang), R.J. van Kampenhout (SDAP) en C.J. Goudsmit (Vrijzinnig Democraten).
Het Raadhuis aan de Rhijngeesterstraatweg 13 werd gevorderd door de Wehrmacht. Het gemeentelijk apparaat verhuisde naar het het pand Wilhelminapark 15, dat in de oorlogsjaren Raadhuispark moest worden genoemd. Het distributiekantoor was eerst gevestigd in het pand Raadhuispark (Wilhelminapark) 30, in 1943 verhuist het naar nummer 11 en vanaf 1 augustus 1944 in het recreatiegebouw van Endegeest.
De overval
In de avond van 9 november 1943 werd een overval gepleegd op het tijdelijke gemeentehuis. Het onvolprezen boekOegstgeest in bange dagen bevat op de bladzijden 98-100 een uitgebreid verhaal over deze overval, dat hier kort wordt samengevat. Ook het boek van Geert Hoving over Johannes Post besteedt er veel aandacht aan.
De overvallers
De overval werd gepleegd door een knokploeg uit Koog-Bloemwijk (bij Zaandam) met behulp van enkele mensen uit Oegstgeest. Oegstgeest in bange dagen beschrijft ook wie er allemaal aan deze overval hebben meegewerkt en wie er allemaal van tevoren op de hoogte waren. Dat blijken nogal wat personen te zijn geweest. Maar tot op heden is niet bekend wie het plan voor de overval heeft bedacht en of er iemand de regie over de opzet en uitwerking heeft gehad. De eigenlijke overval werd gepleegd door een man of acht, maar er lag ook “een cordon” om het Wilhelminapark.
Wilhelminapark 9 november 1943
De overvallers halen eerst de kassier-waardemateriaal J.H. Commijs van huis met een smoes en nemen hem mee in een auto. Na twee uur te hebben rondgereden arriveren ze bij het politiebureau, dat in het gemeentehuis is gevestigd. Zeven of acht mannen gaan naar binnen, ontwapenen de aanwezige brigadier en veldwachter en sluiten ze op in de cellen in het gebouw, samen met een toevallig aanwezige inwoner van het dorp. De brigadier loopt een schampschot op. Onder dwang belt de veldwachter met de bewaker van het distributiekantoor Adriaan Zonneveld en vertelt hem dat hij een controlebezoek kan verwachten. De overvallers lopen met Commijs naar het kantoor aan de overzijde en slaan hun slag. Zonneveld wordt opgesloten in de kluis, Commijs in de cellen bij de overige drie die mannen. De gemeentebode Jacob van der Luit is inmiddels ook gearriveerd en wordt gedwongen de sleutel van de kluis van de gemeente af te geven. Ook uit die kluis wordt een en ander meegenomen en Van der Luit wordt als vijfde man opgesloten in de cel. Rond tien uur ’s avonds arriveert de nachtwaker en worden alle opgesloten mannen bevrijd.
De buit
De overval is voor de overvallers heel succesvol. Ze hebben op het distributiekantoor ongeveer 14.000 bonkaarten buitgemaakt en uit de brandkast van het gemeentehuis verdween een bedrag van fl. 1447,46, 283 blanco persoonsbewijzen en 1461 legeszegels voor op het persoonsbewijs, plus nog wat wapens. Voor wie de buit bestemd is blijft echter in het vage. Oegstgeest in bange dagen meldt, dat een deel wordt toegewezen aan de in Rijnsburg vertoevende Johannes Post, maar wie dat heeft gedaan staat er niet bij. Aangenomen dat ook Theo Talboo een deel zal hebben gehad. In ieder geval hielden de overvaller ook een deel voor zichzelf, zoals nog zal blijken.
De gevolgen: arrestaties
Misschien dat er in totaal wel meer dan twintig mensen bij het hele plan betrokken zijn geweest en dat er nog meer van op de hoogte waren, nog afgezien van de mensen die een deel van de buit in ontvangst hebben genomen. In de weken vóór de overval is er door veel mensen over de aanstaande overval gesproken. Oegstgeest in bange dagen noemt als belangrijkste Johannes Post, zwarte Frits, zwarte Kees en diverse mensen rond Theo en Sara Talboo-Lafeber. Ook de ambtenaar Klaas Veen wist er van. Maar hoe goed ook iedereen zijn mond heeft gehouden, de zaak kwam door nonchalance en grootspraak ter ore van de Duitse politie. Eén van de overvallers verkocht zijn deel van de buit in Rotterdam op de zwarte markt. In een kroeg vertelde hij hoe gesmeerd de overval was verlopen dankzij de medewerking van de Oegstgeester gemeente-ambtenaar Klaas Veen. Op 11 december werden Veen en zijn vrouw thuis gearresteerd. Op weg naar de SiPo/SD in Rotterdam raakte de auto betrokken bij een ongeval. Veen raakte gewond en werd naar de Ursulakliniek in Wassenaar gebracht. Gelijkertijd met Veen werden ook zijn vrouw gearresteerd en een paar van zijn collega’s.
Poging tot bevrijding
De Leidse LO probeerde eerst met behulp van Johannes en Marinus Post Klaas Veen uit het ziekenhuis te bevrijden, maar die werd te goed bewaakt. Daarna probeerde men het via een contact van de Rotterdamse LO-leider ‘Mees’. Uiteindelijk bracht men een bedrag van fl. 60.000 bij elkaar om Veen vrij te krijgen. Het geld, vermoedelijk afkomstig van een ‘bunkerbouwer’, werd overhandigd aan een tussenpersoon, maar daarna hoorde men er niets meer van. Klaas Veen werd veroordeeld tot gevangenisstraf maar overleefde de oorlog.
Arrestaties
In december 1943 werden nog enkele collega’s van het distributiekantoor gearresteerd, onder wie Hendrik Collee. Collee had er echter niets mee te maken net zomin als Dick van Beek, plaatsvervangend hoofd van de distributiedienst. In 1970 herinnerde Collee zich dat er eind 1943 al ongeveer 400 onderduikers werden voorzien van distributiebescheiden, maar die zullen niet allemaal in Oegstgeest te hebben gewoond.
Daders gefusilleerd
Een aantal leden van de KP Koog-Bloemwijk werd op 22 januari 1944 gearresteerd en een maand later in de duinen van Overveen gefusilleerd. Als straf voor de overval werd in Oegstgeest tijdelijk een vervroegde avondklok ingesteld, moesten mannelijke inwoners bewakingsdiensten verrichten en moest de gemeente een boete van fl. 80.000 betalen.
Resultaten:
De resultaten van deze overval vielen erg tegen. De buit was maar ten dele bruikbaar. De nummers van de persoonsbewijzen waren bekend, dus die konden niet meer worden gebruikt. De distributiebescheiden waren maar beperkt geldig. Een deel kwam terecht op de zwarte markt. Het illegale werk van de ambtenaren ging door de overval grotendeels verloren. Dat was het grote nadeel van dergelijke overvallen: de ambtenaren die de illegaliteit al steunden liepen grote risico’s en moesten hun werk voor de illegaliteit in ieder geval tijdelijk staken.
Tekst door de redactie aangepast op 8 oktober 2025.