Bloemkoper-den Hartog, Victor, Jetje, Elias, Jacob, Abraham en Roosje

Gepubliceerd door Alphons Siebelt op

Victor Bloemkoper     Jetje Bloemkoper den Hartog

Victor Bloemkoper en Jetje Bloemkoper-den Hartog (bron: afkomstig uit het fotoalbum van George Junge, destijds buurjongen op Tiboel Siegenbeekstraat 22, in 2024 via René Taselaar ter beschikking gesteld)

de Kinderen Bloemkoper

De kinderen Bloemkoper, van links naar rechts: Elias, Jacob, Abraham en Roosje Bloemkoper (bron: afkomstig uit het fotoalbum van George Junge, destijds buurjongen op Tiboel Siegenbeekstraat 22, in 2024 via René Taselaar ter beschikking gesteld)

Victor Ephraïm Bloemkoper werd op 18 augustus 1909 geboren in Den Haag. Victor was het vierde kind van Jacob Bloemkoper en Carolina Keizer. Het gezin woonde in Den Haag en kreeg in totaal vijf kinderen, twee dochters en drie zonen. Victors vader was goudborduurder, kerkelijk ambtenaar van de joodse gemeente. Hij was assistent-koster in de Grote Synagoge in de Haagse Wagenstraat en als zodanig verantwoordelijk voor het onderhoud van het synagogale textiel. Hij maakte ook zelf textiel voor de synagoge, waaronder een parochet (voorhang) voor de Hoge Feestdagen.

De ouders van Jetje: Elias den Hartog en Roosje van Straten, trouwden in 1909. Jetje werd op 7 mei 1910 in Rotterdam geboren. Moeder Roosje stierf in het kraambed; vader Elias, als klerk in dienst bij de P.T.T., hertrouwde in 1912 met Marianne den Hartog met wie hij nog twee kinderen – halfzusjes van Jetje – kreeg. Voor haar huwelijk met Victor behaalde Jetje haar diploma’s boekhouden en stenotypen en gaf ze godsdienstonderwijs.

Victor Bloemkoper werd reeds op 21-jarige leeftijd benoemd tot onderwijzer in de Nederlands Israëlitische Gemeente in Leiden. Tevens werd secretaris, voorganger en chazzan (voorzanger) van de Gemeente. Hij was bij zijn installatie de jongste voorzanger in Nederland. In 1932 haalde Victor Bloemkoper de Akte B voor godsdienst-onderwijs, de hoogste rang.

Victor en Jetje trouwden op 1 maart 1933 in Leiden en kregen vier kinderen: Jacob (22 april 1934), Elias (26 maart 1935), Roza Marianne (6 oktober 1936) en Abraham (4 sept 1938). Het gezin woonde op verschillende adressen in Leiden, waaronder De Ridderstraat 16, Thorbeckestraat 17 en uiteindelijk Tiboel Siegenbeekstraat 20.

Eind 1938 werd vader Jacob Bloemkoper gehuldigd vanwege zijn vijfentwintigjarig ambtsjubileum als assistent-koster van de Groote Synagoge in Den Haag.

In april 1940 verhuisde de familie van de Thorbeckestraat naar de Tiboel Siegenbeekstraat 20, slechts twee straten verder in dezelfde wijk. Kort na deze verhuizing brak de Tweede Wereldoorlog uit.

In die tijd woonde er een meisje uit Duitsland bij de familie Bloemkoper in huis, Ruth Herskovits. Zij was in 1939 met een Kindertransport naar Nederland gekomen samen met haar tweelingzusje Eva. Eva verbleef bij de familie Meijer aan de Thorbeckestraat en later in het Joodse Weeshuis. Haar gastgezin had het financieel niet ruim. Ruth maakte zich soms zorgen dat ze misschien teveel at. Maar haar verblijf bij de familie gaf hen ook voordelen want ze kon op de kleintjes passen.

De kinderen hadden tot de zomer van 1941 een relatief onbezorgd leven. Ze konden alles blijven doen wat ze ook voor de oorlog hadden gedaan. Ze gingen naar school en speelden met de kinderen uit de straat. Vanaf de zomer van 1941 werd het joodse leerlingen verboden naar een niet-joodse school te gaan. Er was geen joodse school in Leiden. Er werd een oplossing gezocht en eind november 1941 kwam er een joodse lagere school aan het Pieterskerkhof.

Het gezin Bloemkoper had een Sperre van de Joodse Raad vanwege de functie van Victor. De familie Bloemkoper wilde niet onderduiken uit angst dat dan de familie opgesplitst zou moeten worden. Voor alle zekerheid hadden de Bloemkopers straatgenoten bepaalde familiestukken in bewaring gegeven. Buurman Junge wist na hun vertrek nog spullen uit het huis te redden. De enkele bewaard gebleven familiefoto’s en familiestukken konden na de oorlog aan de enig overlevende zus van Bloemkoper worden overhandigd. In de nacht van 5 op 6 maart 1943 hield de Sperre niet langer stand. Bij de eerste grote razzia in Leiden, in de avond en nacht van 5 op 6 maart 1943 werd het gezin opgehaald, evenals het bij hen in huis wonende echtpaar Jacob Blitz en Hanna Hangjas en de moeder van Hanna, Betje Hangjas-Piller, die eerder al hun woning aan de Zoeterwoudsesingel hadden moeten verlaten.  Met nog enkele ander Leidse Joden werden zij allen naar Den Haag vervoerd en van daaruit met een grote groep Joden uit Den Haag en Delft naar Westerbork. Het gezin Bloemkoper werd in Westerbork ondergebracht in de strafbarak. Mogelijk omdat mevrouw Bloemkoper haar persoonsbewijs kwijt was. Deze werd later teruggevonden in de Tiboel Siegenbeekstraat. De bagage van de familie bleef om onduidelijke redenen achter op het politiebureau in Leiden.

Al op de tiende maart ging de hele familie op transport naar Sobibór. Jetje Bloemkoper-den Hartog en de kinderen Jacob, Elias, Roza en Abraham werden daar op 13 maart vergast. Jetje werd 32 jaar oud; Jacob werd 8, Elias 7, Roza 6 en Abraham slechts 4 jaar oud.

Victor werd in Sobibór tewerkgesteld in ‘Arbeitslager Wlodowa’. Dat is beter bekend als Dorohucza, een buitenkamp van Sobibór. Bloemkoper heeft vanuit dat kamp een kaartje gestuurd naar zijn schoonouders en naar de Joodse Raad in Den Haag. Op 30 april 1943 werd Victor Bloemkoper met 69 andere Nederlanders in Dorohucza doodgeschoten. Victor werd 33 jaar oud.

Over het lot van de gezinnen Bloemkoper en Van Tijn, beide uit de Tiboel Siegenbeekstraat schreef R.E. Taselaar in 2005 een artikel in het Jaarboek van de Dirk van Eck-Stichting .

————————————————————————————————————

Op woensdag 13 maart 2024 werden door de Stichting Herdenking Jodenvervolging Leiden Stolpersteine voor Victor, Jetje, Jacob, Elias, Roza Marianne en Abraham geplaatst bij hun laatste vrijwillig bewoonde adres: Tiboel Siegenbeekstraat 20.

Een verslag van deze dag is te lezen op de website van de Stichting Herdenking Jodenvervolging Leiden. Daarop staan ook foto’s en de teksten die bij de steenleggingen werden uitgesproken.

Deze tekst is (deels) gebaseerd op informatie van de Stichting Herdenking Jodenvervolging Leiden, die toestemming verleende voor de tekstbewerking en het plaatsen van beeldmateriaal.

BRONNEN:

Barbera Bikker (Werkgroep Stolpersteine Leiden), nabstaanden familie Bloemkoper, R. E. Taselaar, Gesineke Veerman

Joods Monument – Victor Ephraim Bloemkoper

Joods Monument – Jetje Bloemkoper-den Hartog

Joods Monument – Jacob Bloemkoper

Joods Monument – Elias Bloemkoper

Joods Monument – Roza Marianne Bloemkoper

Joods Monument – Abraham Bloemkoper

Tekst aangepast door de redactie op 8 januari 2025.