Eduard Veterman: Repos Ailleurs

Gepubliceerd door Alphons Siebelt op

Repos ailleurs van Eduard Veterman

Op 17, 22 en 23 september 1945 vond een opvoering plaats van ‘Repos ailleurs. Aldegonde’s leven in toneeltrant verbeeld’ door het Leids Studenten Corps. Het was geschreven door Eduard Veterman en gaat over het leven van Filips van Marnix, heer van St. Aldegonde (1540) een van de bekende personen uit de tijd van de Opstand tegen de Spaanse overheersing. Hij overleed in 1598 in zijn woning aan de Pieterskerkgracht en ligt begraven in de Pieterskerk. Deze overtuigde calvinist  staat te boek als de auteur van het Wilhelmus. Repos Ailleurs (de rust is elders) was zijn lijfspreuk.

 

Affiche met het programma van het 74e lustrum en de heropening van de Leidse universiteit.

Affiche met het programma van het 74e lustrum en de heropening van de Leidse universiteit.

74e Lustrum en heropening van de universiteit
Het toneelstuk was al voor de oorlog door Eduard Veterman geschreven en was bedoeld voor het  73e lustrum in 1940, dat toen echter niet werd gevierd. Veterman was voor de oorlog een redelijk bekende schrijver van romans en toneelstukken en theaterproducent. Waarom hij de opdracht heeft gekregen om een stuk te schrijven voor het lustrum in 1940 is niet bekend.
Het toneelstuk, dat dus speciaal voor de Leidse universiteit is geschreven, is weinig bekend en komt ook niet vaak voor in overzichten van zijn werk. Meestal wordt zijn toneelstuk ‘Oranjehotel’ genoemd als eerste werk van na de oorlog. Dat ging op 19 november 1945 in première. Maar de gala-première van Repos ailleurs vond twee maanden eerder plaats op maandag 17 september onder regie van Veterman zelf. Het 74e lustrum bood een mooie gelegenheid om ook de feestelijke heropening van de universiteit te laten plaatsvinden.
Het toneelstuk verscheen in druk. Zestig exemplaren  werden door Veterman van een handtekening voorzien, maar hij ondertekende met zijn valse naam uit de oorlogsjaren, E.J. Necker Veterman. Het is niet bekend wie de rollen heeft gespeeld.

Eduard Veterman alias E. Necker
In de oorlogsjaren was hij vanwege zijn Joodse afkomst ondergedoken. Van uit het pand Keizersgracht 763 in Amsterdam leidde hij een vervalsingscentrale, waar persoonsbewijzen en buitenlandse geboorteaktes en dergelijke werden vervalst. In oktober 1943 werd hij gearresteerd, maar hij overleefde de oorlog in Duitse gevangenissen op zijn valse identiteit Eduard Necker. Hij schreef er een boek over. Veterman kon dus bogen op indrukwekkende oorlogservaringen. Mogelijk is Veterman in Leiden in contact gebracht met Prins Bernhard, die erg in verzetslieden was geïnteresseerd. Koningin Wilhelmina en prinses Juliana hadden de herdenkingsplechtigheid in de Pieterskerk bijgewoond.
Bernhard heeft Veterman opdracht gegeven een boek te schrijven over de Binnenlandse Strijdkrachten. Aangezien Veterman openlijk aangaf ook over de schaduwzijden van de BS te willen schrijven werd hem de opdracht ontnomen. Eind juni 1946 werd zijn auto aangereden door een militaire truck, wat Veterman en zijn echtgenote het leven kostten. Speculaties over een liquidatie staken vrijwel direct de kop op, maar bewijs is nooit gevonden.

Na vijf jaar bezetting een andere blik
Ongetwijfeld bekeek Veterman na vijf jaar oorlog de figuur van Aldegonde met heel andere ogen. Hij schreef erover in zijn voorwoord (proscenium): “Nu, na vijf jaren van apocalyptische waanzin, staat Aldegonde ons nog dichterbij dan voordien”. Aldegonde had namelijk zijn rug rechtgehouden en bijvoorbeeld onderduikers geholpen. Ook had hij Spaanse brieven vervalst en Spaanse codeberichten ontcijferd.
Nog een ander nieuw aspect was hem aan Aldegonde opgevallen en hij besloot daarom met deze woorden: “En wij, illegalen, begrijpen ook zijn verbittering, als het felst van den strijd gestreden is, en de laatdunkende heeren op het kussen de teugels van het bewind hernemen, alsof de bloedig verworven vrijheid hun geschenk aan de natie was. “ Had Veterman zijn boek kunnen voltooien, dan was dat ongetwijfeld een Leitmotiv geweest.

Affiche: Erfgoed Leiden