Engel, Robert Ernst

Gepubliceerd door Alphons Siebelt op

Hij heeft maar kort in Leiden gewoond en maar weinig mensen zullen hem hebben gekend. Het is ook niet zeker hoe en waarom Robert Engel precies in Leiden is komen wonen. In 1938 woonde hij in Berlijn en was hij vijftien jaar oud, toen zijn moeder (zijn vader was in 1933 overleden) hem meegaf met een kindertransport naar Nederland om aan de voor Joden steeds slechter wordende situatie te ontkomen. In 1940 had hij in Leiden een kamer aan de Lammenschansweg. Wat er in de tussentijd met hem is gebeurd moet nog blijken.

Zijn levensverhaal is, opgetekend door Herman Jacobs, te vinden in een aflevering van de Nieuwsbrief van de Koninklijke Nederlandse Bond van filatelistenverenigingen. Waarom zijn verhaal juist in een filatelistisch blad verscheen is duidelijk: in 1995 gaven de Canadese posterijen een zegel uit ter herdenking van de Holocaust. In de compositie op de zegel is zijn portret te zien met zijn persoonsbewijs.

In zijn levensverhaal ontbreekt Leiden als tussenstation, maar dat Robert in Leiden heeft gewoond blijkt uit het archief van de Leidse vreemdelingenpolitie. In september 1940 moest Robert namelijk Leiden verlaten omdat het voor hem, als stateloze niet-arische vreemdeling, verboden werd om in de kuststrook, waar Leiden toe behoorde, te verblijven. Hij vertrok naar Waalre.

Op 2 oktober 1942 werd hij opgepakt en naar Westerbork gebracht. Daar bleef hij verder gedurende de oorlog en maakte er in april 1945 de Bevrijding mee. In december van dat jaar trad hij in het huwelijk met een Duitse vluchtelinge, die hij hoogstwaarschijnlijk in Westerbork had leren kennen.

Na de oorlog verkreeg hij het Nederlands staatsburgerschap en emigreerde naar Canada, waar hij in 1999 overleed. In 1988 was hij in Toronto voorzitter van het Holocaust Herdenkingscomité, dat een tentoonstelling over Anne Frank had georganiseerd. Engel ontving toen de Amsterdamse burgemeester Ed van Thijn.

Het huisnummer in 1940 was 49.