Flim, Willem
De Leidse huisarts Wim Flim, circa 1936. (Bron: familiearchief)
Willem Marianus (Wim) Flim werd op op 12 februari 1904 op de Morsweg 170 in – toen nog – Oegstgeest geboren. Hij was de zoon van Gerrit Jan Flim en Aleid Buitenhuis en oudste broer van zus Riek. Na Wim zouden broer Jan en Chris volgen. Vader Gerrit Jan werkte in het laboratorium van de latere Nobelprijswinnaar Heike Kamerlingh Onnes. Moeder Aleid was een wat afstandelijke, harde vrouw.
De gebroeders Flim hielden van roeien. Ze roeiden op hoog niveau en vormden zelfs een tijdje een wedstrijdteam: ‘Flim, Flim en Flim’. Bij de Leidse Roei- en Zeilvereniging Die Leyte zou Wim zijn latere vrouw Christina Geertruida Sara de Boer (voor iedereen Bouby) leren kennen.
Wim ging naar de HBS en studeerde aansluitend geneeskunde. Op 15 april 1933 behaalde hij zijn artsendiploma en ging hij in opleiding bij Verloskunde. In 1936 vestigde hij zich als huisarts op het Rapenburg 38. In december 1937 trouwden Wim en Bouby. Op 22 januari 1939 werd Wilhelmina Marianne geboren. Op 21 maart 1941 kwam Gerrit Jan ter wereld.
Toen de oorlog uitbrak, werd Wim actief in het verzet. Hij leerde mensen hoe ze als een astmapatiënt moesten ademen om onder de oproep voor de Arbeitseinsatz uit te komen. Hij had belangrijke contacten binnen het verzet, ook met een Leidse politiecommissaris. Als er gevaar dreigde voor arrestatie werd Wim tijdig gewaarschuwd, zodat hij kans kreeg om de benen te nemen. Tot 15 mei 1944.
Wim werd verraden en kon niet worden gewaarschuwd, omdat de voornoemde Leidse politiecommissaris als enige op de hoogte was van Wims op handen zijnde aanhouding. Door Wim te waarschuwen zou hij zichzelf verraden. Toen de bezetter op het Rapenburg aanbelde, deed Wim zelf open. Vanwege zijn medische hulp aan illegale werkers en onderduikers tijdens de razzia in de wijk De Kooi, werd hij gearresteerd. Hij werd in het Scheveningse ‘Oranjehotel’ gevangen gezet om vervolgens in Kamp Vught te belanden. Na een verblijf aldaar werd hij naar Kamp Neuengamme, in de buurt van Hamburg overgebracht, waar hij zijn werk als arts zo goed en kwaad als het ging met uiterst beperkte middelen probeerde voort te zetten.
Terwijl de oorlog op zijn einde liep, de nazi’s concentratiekampen ontruimden en de gevangenen op dodenmarsen stuurden, kwam Wim in Noord-Duitsland terecht. Daar werd hij met honderden andere gevangenen op het schip Cap Arcona wordt gezet. Omdat het schip onder Duitse vlag voer werd het op 3 mei 1945 Neustädter Bucht door de geallieerden toestellen gebombardeerd. Wim kwam samen met honderden gevangenen om het leven Zijn lichaam werd begraven in een Sammelgrab op een begraafplaats in Lübeck. Willem Flim werd 41 jaar oud.
Willem Flim is de eerste niet-Jood die in Leiden met een Stolperstein werd herdacht.
————————————————————————————————————
Op vrijdag 21 april 2023 werden door de Stichting Herdenking Jodenvervolging Leiden voor Wim Flim een Stolperstein geplaatst bij zijn laatste vrijwillig bewoonde adres: Rapenburg 38.
Een verslag van deze dag is te lezen op de website van de Stichting Herdenking Jodenvervolging Leiden. Daarop staan ook foto’s en de teksten die bij de steenleggingen werden uitgesproken.
Deze tekst is (deels) gebaseerd op informatie van de Stichting Herdenking Jodenvervolging Leiden, die toestemming verleende voor de tekstbewerking en het plaatsen van beeldmateriaal.
Tekst aangepast op 3 januari 2025