Joodse onderduiker overlijdt. Wat nu?
Het verzorgen van Joodse onderduikers in huis bracht heel wat kopzorgen met zich mee. Men moest van alles aanschaffen, de was moest worden gedaan, het waterverbruik mocht niet oplopen, bezoekers mochten niets merken enzovoort. Grote problemen ontstonden wanneer een onderduiker ziek werd of een tandarts nodig had. Het overlijden zorgde voor een immens praktisch probleem. Men kon geen aangifte doen bij de gemeente en ook een begrafenis was uiteraard onmogelijk. Men moest het lijk op een of andere manier laten verdwijnen, en snel ook.
In Leiden zijn nu drie gevallen bekend van Joodse onderduikers, die op hun onderduikadres zijn overleden.
Een tot nu toe onbekende vrouw
Recentelijk kreeg Leiden4045.nl een mail van een kleindochter van dr. Jan Rinse Wartena, die met zijn vrouw Bauck Sikkema en drie kleine kinderen op het adres Groenhovenstraat 22 woonde. Dr. Jan Rinse Wartena was leraar klassieke talen aan het Stedelijk gymnasium.
Na de oorlog vertelde Wartena dat hij tijdens de Bezetting had geholpen het lichaam van een overleden Joodse vrouw te laten verdwijnen door het ’s nachts in de Trekvaart achter het huis te laten afzinken. De vrouw was overleden in het huis van hun buurvrouw Jokkie (Jacoba) van Wijk. Jokkie was in 1888 geboren, ongehuwd en werkzaam als pianolerares. Volgens Wartena was er bij haar een compleet gezin ondergedoken, de overleden vrouw was een grootmoeder. Verder heeft Wartena alleen nog verteld, dat de vrouw Duits sprak.
Tot op heden is het niet gelukt verdere aanwijzingen over deze overleden Joodse vrouw te vinden. In ieder geval is er niet, zoals bij Herman Meijer en Sophia Hartogs, aangifte gedaan van overlijden bij de gemeente Leiden. Op Joods monument is geen vrouw te vinden, die met deze zaak in verband kan worden gebracht. Mogelijk is de familie na de oorlog geëmigreerd, waardoor er geen aangifte is gedaan.
Toch lijkt het onwaarschijnlijk, dat er niets meer over haar te vinden is. Er moet een vrouw zijn, van wie de plaats (en datum) van overlijden nog steeds onbekend is.
De foto (afkomstig van de kleinkinderen) is genomen uit het raam van het huis aan de Groenhovenstraat in de richting van de Rijn en Schiekade. De Trekvaart was toen veel breder dan tegenwoordig.
Verder zijn er nog twee andere Joodse onderduikers overleden.
Herman Meijer
Herman Meijer (1924) zat met zijn vader Jozef ondergedoken op een adres in Warmond. Herman overleed op 17 maart 1944.
Een Warmondse boer ontfermde zich over het lijk en begroef het op zijn erf. Na oorlog is Herman herbegraven op de Joodse begraafplaats in Katwijk.
Sophia Hartogs
Deze vrouw uit Amsterdam zat met haar verloofde ondergedoken in de Doezastraat, waar zij op 17 januari 1944 overleed. Wat er met het lichaam is gebeurd is onbekend, maar ze werd na de oorlog herbegraven op begraafplaats Zorgvliet in Amsterdam.