Lubbe, Marinus van der
Marinus van der Lubbe schreef geschiedenis toen hij op 27 februari 1933 in Berlijn het gebouw van de Rijksdag in brand stak. Hij werd gearresteerd terwijl hij nog in het gebouw bezig was. Het is ondanks vele onderzoeken en processen nog altijd de vraag of hij de brand alleen heeft aangestoken of dat er nog anderen bij betrokken zijn geweest. Nadat hij in een opzienbarend proces schuldig was bevonden, werd hij krachtens een speciaal voor dit geval ingevoerde wet ter dood veroordeeld. Op 10 januari 1934 werd Van der Lubbe in Leipzig onthoofd en aldaar anoniem begraven. Hij was 24 jaar oud. De brand in het gebouw van de Rijksdag was het begin van de absolute nazi-terreur in Duitsland. Hitler kondigde een noodverordening af waarin alle linkse organisaties werden verboden. Duizenden communisten, socialisten en andere tegenstanders van de nazi’s werden opgepakt en in concentratiekampen opgesloten. Ook de vervolging van de Joden nam een aanvang.
Van der Lubbe werd in 1909 geboren in Leiden. Met zijn moeder (zijn vader was al lang uit beeld verdwenen) heeft hij enkele jaren van zijn leven in Den Bosch gewoond. Zijn jeugd was zeer armoedig. Na de dood van zijn moeder keerde hij op zijn twaalfde als wees terug in Leiden en woonde toen bij zijn halfzus. Rinus van der Lubbe woonde onder andere in de nu verdwenen Bouwelouwensteeg (thans de Druckerstraat) en op het adres Uiterstegracht 56. Het pand in de Bouwelouwensteeg stond bekend als het Leninhuis, waar Leidse communisten bijeen kwamen. In jaren dertig was het steegje een echte achterbuurt met veel vervallen panden.
Na enkele jaren als bouwvakarbeider te hebben gewerkt kreeg Van der Lubbe kalk in zijn ogen waardoor hij een groot deel van zijn gezichtsvermogen verloor. Met een kleine invaliditeitsuitkering begon een leven van losse baantjes. Ook kreeg hij steun van Maatschappelijk Hulpbetoon. In die tijd raakte hij geïnteresseerd in politiek. Vanaf zijn 16e jaar was hij lid van de Communistische Jeugdbond. Hij kreeg enige bekendheid omdat hij af en toe in het openbaar communistische propaganda maakte. Bij het stempellokaal van de Arbeidsbeurs en bij Maatschappelijk Hulpbetoon was hij betrokken bij kleine relletjes. Wegens het ingooien van ruiten bij Hulpbetoon werd Van der Lubbe tot drie maanden gevangenisstraf veroordeeld.
Rinus van der Lubbe kreeg in Duitsland in 2007 eerherstel en mag zich postuum verheugen op een zekere populariteit. In Leiden wordt hij behalve met een monument bij de Morspoort nog herdacht met de vernoeming van een klein nieuwbouwcomplex tussen de Middelstegracht en de Uiterstegracht in 1984 (Van der Lubbehof), waar een emaillen plaquette met zijn portret te zien is en de tekst van een gedicht is te lezen, dat Van der Lubbe schreef in de gevangenis.
In Duitsland werd in 1999 een gedenksteen geplaatst op de begraafplaats in Leipzig en staat er sinds 2000 een monument voor het Deutsches Theater in Berlijn.
Tekst door de redactie aangepast op 8 oktober 2025.