Onderduikadres Rapenburg 85
Op 28 juli 1943 arresteerde de Haagse rechercheur K. Lexman een viertal ondergedoken Joden in het pand Rapenburg 85. Een vijfde onderduiker, Benjamin Koppels (1899), probeerde te ontvluchten, waarop de rechercheur schoten op hem afvuurde en hem vermoedelijk raakte. Koppels is toch gepakt, want zijn kaartje in de cartotheek van de Joodse Raad vermeldt, dat hij op 9 oktober 1943 in de strafbarak van Kamp Westerbork werd ingeschreven. Op de 19e ging hij op transport met zijn zoon Henri (1927). Benjamin stierf ergens in Polen op 31 maart 1944. Henri stierf op 31 maart 1945 in KZ Bergen-Belsen.
Naar alle waarschijnlijkheid is op 28 juli wel zijn echtgenote opgepakt. Leentje Koppels-Goslinski (1900) arriveerde op 31 juli van uit Den Haag in Westerbork en kwam in de strafbarak terecht. Zij ging op 24 augustus met haar twee kinderen Simon (1930) en Elisabeth (1936) op transport naar Auschwitz, waar ze op 27 augustus 1943 werden vermoord.
Bronnen: Dagrapport van de Leidse politie d.d. 29 juli 1943. Cartotheek Joodse Raad.
Tekst bijgewerkt op 25 november 2020 en herschreven op 8 juli 2022.