Salm-Falk, gezin
De weduwe Martha Salm-Falk (in 1887 geboren in Jülich, Dld) overleefde met twee thuiswonende kinderen de jodenvervolging. Het gezin was in 1932 verhuisd van Sittard naar Oegstgeest. Vader Gustav was rijksambtenaar geweest en al in 1935 overleden.
Martha Salm werd door Sara Talboo-Lafeber, die in Oegstgeest in dezelfde straat woonde, ondergebracht bij het echtpaar Jaap en Els van Beek-Filippo in Warmond. Haar zoon Eduart (1920) zat ondergedoken in Leiden. Martha kreeg in de Hongerwinter iedere maand een extra pakket van de illegaliteit, mogelijk van het Nationaal Steunfonds.
Martha overleed in 1955. Eduart overleefde ook de de oorlog; hij overleed in 1976. De twee oudste kinderen waren al uit huis en hebben de oorlog eveneens overleefd.
Bron: Het onderduikverhaal is verteld door Els van Beek-Filippo en opgetekend door Ineke Jansen-Jonker. Het is te lezen in het boek van André van Noort en Mathieu Fannee, Warmond in de Tweede Wereldoorlog. Uitgave van het Historisch Genootschap Warmelda 2020, 24. Eerder gepubliceerd in De Hekkesluiter jaargang 8 (2011) nr. 2 en Warmondse bijdragen. Uitgave van het historisch genootschap ‘Warmelda’ 12(2015), 1-5.
Dit artikel is bijgewerkt op 6 juli 2020.