Vier Joodse onderduikers in verzet

Gepubliceerd door Alphons Siebelt op

In het jaar 2020 zijn er bijna 500 nieuwe berichten op Leiden4045.nl verschenen en zijn er heel veel berichten bijgewerkt. Voor de aanvulling van de website wordt voortdurend onderzoek gedaan in alle mogelijke bronnen en regelmatig krijgt de website informatie toegestuurd. Het afgelopen jaar kwam er nieuwe informatie over vier Joodse onderduikers, die in de illegaliteit werkzaam zijn geweest. In drie van de gevallen is er een zekere samenhang zichtbaar geworden.

Onderduikadres Oude Singel 146Selma Velleman
Op 7 januari 2020 draaide de TV-show De Wereld Draait Door helemaal om de toen 97-jarige Selma van der Perre-Velleman. Zij vertelde uitgebreid over haar leven als Joods meisje tijdens de Tweede Wereldoorlog aan de hand van haar net verschenen boek Mijn naam is Selma. Selma heeft ook een tijdje in Leiden ondergedoken gezeten in een huis aan de Oude Singel. In haar boek, dat door de TV-uitzending plotseling zeer goed werd verkocht, beschrijft ze hoe ze daar terecht is gekomen en dat ze betrokken was bij de illegaliteit.
Selma Velleman woonde vóór de oorlog in Amsterdam en was in oktober 1942 ondergedoken. Tijdens haar onderduikperiode in Haarlem had ze veel contact met enkele personen, die veel joodse onderduikers hielpen, onder andere Bob en Dientje Jesse en Joop en Willy Westerweel. Ze verrichte illegaal werk door papieren en geld bij onder andere Joodse onderduikers te bezorgen.
Bob Jesse werd op 16 juni 1944 gepakt omdat hij een vals persoonsbewijs had, dat niet helemaal correct was vervaardigd. Na de oorlog werd hij beschuldigd van verraad, maar kreeg uiteindelijk ontslag van rechtsvervolging, omdat hij onder zware dwang tot zijn verraad was gekomen. Behalve met Jesse had Selma ook contact met Joop en Willy Westerweel-Bosdriesz. Zij waren de motor achter de Westerweel-groep die tal van Joodse kinderen heeft gered. Ook Selma werd in juni 1944 gearresteerd en kwam uiteindelijk in KZ Ravensbrück terecht, waar zij de Bevrijding meemaakte.

Selma woonde enige tijd in Leiden bij Antje Holthuis. Er was een verbinding (figuurlijk bedoeld) met de familie Christiaanse op nummer 154, die ook Joodse onderduikers in huis had, namelijk vader en zoon Bedak. In het boek van Selma van der Perre is een foto afgedrukt (ook in het fotoboek Leiden 40-45), waarop de Bedaks staan en Christiaanse én Selma zelf. Volgens haar is deze foto genomen in 1943 tijdens haar onderduikperiode in Leiden. Lees meer in het bericht op de website.

Bep Bedak
In 2020 kreeg Leiden4045.nl informatie, dat er in de oorlog in Leiden nog een nichtje van de Bedaks heeft gewoond, namelijk Bep Bedak, ook uit Amsterdam. Het interessante is nu dat Bep Bedak een vals persoonsbewijs heeft gekregen op naam van Thea Bosdriesz. Dat kan geen toeval zijn omdat de echtgenote van Joop Westerweel ook zo heette. Bep alias Thea had nauw contact met Hijme Stoffels, die een omvangrijk illegaal netwerk in stand hield.

Johnny van der Sluis
Een derde persoon over wie in 2020 meer bekend is geworden van Johnny van der Sluis. In de zomer kwam er verrassend genoeg een bericht over hem binnen uit België. Johnny woonde met zijn ouders aan het Levendaal, waar de familie een kledingwinkel had. Zijn ouders werden gedeporteerd en vermoord. Johnny zelf stierf in KZ Neuengamme in 1945. Dat was opmerkelijk en deed al vermoeden dat er iets bijzonders aan de hand is geweest. Dat werd bevestigd door informatie van de Belgische journalist Timmie van Diepen die een onderzoek deed naar de lotgevallen van zijn familie in Molenbeersel, aan de Nederlandse grens bij Weert.
Johnny bleek te zijn ondergedoken nadat zijn ouders begin maart 1943 waren opgepakt. Via een katholieke lijn is hij in Molenbeersel terecht gekomen. Daar werd hij opgepakt bij een razzia op een schuilplaats van de Belgische illegaliteit. Hij had toen aan andere identiteit. Lees meer over hem in de post op de website.

Meta Meyer
De vierde persoon is weer een vrouw; over haar was al veel bekend. Eigenlijk gaat het om twee vrouwen, of zelfs drie. Eind 2020 kwam er een vraag van de Cultuurhistorische vereniging uit Ten Boer (Gr.)  Men was daar bezig met een onderzoek naar de Joodse familie Meijer uit Ten Boer. De ouders en twee dochters van die familie waren vermoord en twee dochters hadden de oorlog overleefd. Een van de overlevenden heette Meta. Zij trouwde kort na de Bevrijding met een Joodse man Herman Gudema die eind jaren dertig in Leiden had gewoond en ook kort na de Bevrijding in Leiden woonde. Misschien had hij de oorlog ook wel in Leiden doorgebracht.  Nu komt die naam voor in de database van de Rechtvaardigen onder de Volkeren van de Israëlische organisatie Yad Vashem. Meta Meijer kreeg die onderscheiding in 1969 en Leiden was de plaats van handeling. Was dit Meta Meijer uit Groningen?

Twee Meta’s en Lies Bos
Yad Vashem in Jeruzalem is het grote centrum voor de herdenking van de Shoah. De onderscheiding Rechtvaardige onder de volkeren wordt uitgereikt aan mensen die op een of andere wijze Joden het leven hebben gered in de oorlogsjaren. Maar omdat de onderscheiding van Yad Vashem alleen wordt uitgereikt aan niet-Joden kon het dus niet om één en dezelfde vrouw gaan. Wie was dan de Leidse Meta? De database bevatte geen geboortejaar of andere persoonsgegevens van Meta en Yad Vashem bleek daar desgevraagd ook niet over te beschikken. Kennelijk had men dat destijds niet vastgelegd.
De begeleidende tekst op de website bevatte echter een paar aanwijzingen die het onderzoek in een bepaalde richting stuurde. Allereerst bleek de onderscheiding te zijn aangevraagd door Lies Bos en over haar is veel bekend. Lies Bos was de valse naam van de Joodse vrouw Leesha Bornstein, die in 1984 haar boek de Tulpen zijn rood publiceerde. Dat boek is zeker zo lezenswaardig is als het boek van Selma van der Perre. Leesha Bornstein was eveneens afkomstig uit Amsterdam en kwam via enkele tussenstations in Oegstgeest en Leiden terecht. Ze kreeg daar contact met de groep van Lex Bernard en met Reinier van Kampenhout in Oegstgeest, die weer in nauw contact stond met Theo en Sara Talboo-Lafeber. Ze werkte actief mee aan de verzorging van Joodse en andere onderduikers. Ze had kort voor het verschijnen van haar boek meegewerkt aan het aanvragen van de onderscheiding voor Lex Bernard, Cor van Wijk en Kees Montanus.
Een tweede aanwijzing was het feit, dat Lies Bos steeds heeft gesproken over het pension van tante Meta. Na enig zoekwerk door verschillende personen kon de Leidse Meta worden geïdentificeerd als Meta Meijer-Elenbaas.

Netwerken en connecties
De drie genoemde Joodse vrouwen hebben elkaar waarschijnlijk niet gekend. Ze maakten elk voor zich deel uit van een illegale groep.  Het blijkt, dat al die groepen met elkaar op een of andere manier verbonden waren in een omvangrijk netwerk van min of meer zelfstandige illegale groepen.

Afbeelding: Foto ELO PV31252.72 Afd. monumentenzorg 1966 nrs. 142-146 . Public Domain.