Vis, Aat
Aat Vis (1920-2010) woonde en studeerde geschiedenis in Amsterdam toen hij in 1943 weigerde de loyaliteitsverklaring te tekenen. Hij werd gearresteerd met valse papieren en was enkele maanden gedetineerd in de strafgevangenis in Scheveningen (het “Oranjehotel”). Daarna, in mei 1944, werd hij assistent-leider van een kamp voor jeugddelinquenten. Vanaf 1 september 1944 gaf hij les aan de gemeentelijke HBS aan de Hoge Rijndijk. Hij woonde toen op Rapenburg 113. Rond die tijd werd hij via zijn huisgenoten lid van de studentensectie van de Binnenlandse Strijdkrachten. Ze oefenden onder meer met wapens, die door de Duitsers waren achtergelaten in het gebouw van de groenteveiling. Vlak voor de bevrijding namen ongeveer twintig BS’ers hun intrek in het Kamerlingh Onneslaboratorium. Vis nam nauwelijks deel aan acties, omdat hij een reguliere baan had en de studenten niet. Wel nam hij deel aan oefeningen en wapeninstructies. Kort na de bevrijding bedankte hij voor de BS.
Aat Vis werd na de oorlog onder meer burgemeester van Leiden van 1971-1980. Zie daarvoor een uitgebreid CV op Wikipedia.