Breslauer, Werner Rudolf en familie

Gepubliceerd door Alphons Siebelt op

V.l.n.r. – v.b.n.b.: Werner Rudolf Breslauer, Bella Breslauer-Weihsmann, Stefan Breslauer en Max Michael Breslauer.

Werner Rudolph Breslauer werd op 4 juli 1903 geboren in Leipzig, Duitsland. Hij was de oudste zoon van Max Breslauer en Etelka Breslauer-Kölner. Rudolf kwam uit een geassimileerd Joods gezin. Ze hadden thuis een kerstboom, wat toentertijd niet ongewoon was voor Joden in Duitsland. Rudolf volgde een opleiding aan de Staatliche Akademie für graphische Künste und Buchgewerbe in Leipzig en werkte er als fotograaf en lithograaf. Samen met zijn jongere broer Herbert leidde hij een fotolaboratorium in de drukkerij van hun vader.

Op 18 maart 1927 trouwde Rudolf in Leipzig met de op op 25 maart 1907 aldaar geboren Bella Weihsmann. Bella kwam uit een traditioneel Joods gezin dat naar de synagoge ging, de cederavond hield en de chanoeka kaarsen aanstak. Op subtiele wijze wist ze de Joodse tradities met het gezinsleven te verweven. Rudolf en Bella kregen drie kinderen: op 16 februari 1928 werd Ursula geboren, vervolgens Stefan op 3 maart 1931 en ten slotte Max Michael op 15 maart 1936.

De Breslauers hadden een uitgebreide Joodse vriendenkring waarvan een groot deel in de jaren ’30 besloot om Duitsland te verlaten. Pas in 1938 besloot Rudolf naar Nederland te reizen om te zien of hij daar aan werk kon komen. Dat lukte bij de NV Foto-litho Instelling Koningsveld in de Breestraat. De familie Breslauer onderhield al jaren een zakelijke relatie met Koningsveld vanuit Leipzig. Koningsveld maakte gebruik van een door Breslauer ontwikkelde methode om het vierkleurendrukprocedé te vergemakkelijken. Omdat de bedrijfsleider van Koningsveld langdurig ziek was, kwam Rudolf als geroepen. Rudolf verhuisde in oktober 1938 naar Leiden, zijn gezin volgde hem enkele weken later. Toen in de nacht van 9 op 10 november 1938 de Kristallnacht door Duitsland woedde, pakte Bella een paar koffers om de volgende dag met de kinderen naar Nederland te vluchten. Onderweg naar het station passeerden ze brandende Joodse winkels en de nasmeulende synagoge. Het gezin werd in Leiden herenigd in het nieuwbouwhuis aan de Lorentzkade 8.

Rudolf Breslauer kreeg een werkvergunning, maar hij wilde zich met zijn gezin permanent in Nederland vestigen. Zijn aanvraag voor een vestigingsvergunning werd voor onbepaalde tijd aangehouden omdat het onduidelijk was welke rechten vreemdelingen zouden worden toegekend vanwege een ophanden zijnde wijziging van de vreemdelingenwet.

In september 1939 besloot Rudolfs moeder Etelka Breslauer-Kölner, sinds het overlijden van haar man in 1932 eigenaar van de drukkerij in Leipzig, naar Nederland te komen om zich bij het gezin van haar oudste zoon aan de Lorentzkade te voegen. Na een moeizame ambtelijke procedure kreeg ze een voorlopige toestemming om zich in Nederland te vestigen, op voorwaarde dat haar verblijf niet ten laste zou komen van de openbare kas en dat er geen verdere familieleden van vreemde nationaliteit zouden trachten zich in ons land te vestigen. De familie Breslauer zou slechts 21 maanden in Leiden verblijven.

Op 10 mei 1940 brak de oorlog uit. De relatieve rust na de capitulatie was van korte duur. In september 1940 moesten de familie Breslauer en andere niet-Nederlandse Joden de kuststreek op last van de bezetter verlaten. Het gezin, inclusief Rudolfs moeder, verhuisde eerst naar Alphen aan den Rijn om korte tijd later in een pas gebouwd rijtjeshuis in Utrecht te belanden. Koningsveld verzocht de politie om een ontheffing van Rudolfs reisverbod, opdat Breslauer naar zijn dagelijks werk in Leiden zou mogen reizen, maar dit werd afgewezen. Koningsveld bezocht Breslauer in de eerste maanden nog geregeld in Utrecht om advies te vragen over relaties met- en orders van Duitse klanten.

Op 9 februari 1942 kreeg het gezin Breslauer bericht dat het op 11 februari naar Westerbork zou worden gebracht. Rudolfs moeder werd ontzien; zij verhuisde naar Amsterdam. De Breslauers zouden  ruim tweeënhalf jaar, tot september 1944, in Westerbork verblijven. In Westerbork werd het gezin gesplitst. Moeder Bella woonde met één van de kinderen samen met een ander gezin, de twee overige kinderen werden ingedeeld bij weer een ander gezin. Vader Rudolf verbleef in de vrijgezellenbarak. Rudolf en Bella vonden allebei werk in Westerbork. Bella werkte op de administratie: ze kon goed met een typemachine overweg. Rudolf werd aangesteld als kampfotograaf. Na eerst alleen pasfoto’s te hebben gemaakt van de Joodse gevangenen, kreeg Rudolf opdracht van de SS-kampcommandant Albert Konrad Gemmeker om allerlei aspecten van het kampleven vast te leggen. Gemmeker had grote bewondering voor het vakmanschap van Rudolf en verleende ‘zijn’ kampfotograaf allerlei privileges. Rudolf kreeg de beschikking over een goed geoutilleerde donkere kamer; hij mocht fotomateriaal bestellen en kreeg toestemming om zich buiten het kamp te begeven. Rond eind 1942 of begin 1943 moet hij hebben geweten, wat het lot was van de kampbewoners die ‘op transport’ gingen.

Bella is nog één of tweemaal samen met haar zoon Stefan terug geweest in Leiden. Op 27 december 1942 meldde zij zich met haar zoon bij de Leidse politie. Ze had Gemmekers toestemming om haar zoon enkele dagen te laten logeren bij prof. David in de Vreewijkstraat.

In de eerste helft van 1944 gaf Gemmeker Breslauer de opdracht om het leven in het kamp vast te leggen op film. In mei 1944 filmde Breslauer onder andere een transport, waarbij de Sintezza Settela Steinbach te zien is. Het indringende beeld werd een symbool voor de Jodenvervolging. Breslauers filmbeeldenwerden in 2017 door de UNESCO erkend als werelderfgoed.

Na tweeënhalf jaar Westerbork werd ook de familie Breslauer gedeporteerd. Op 4 september 1944 ging het gezin met de trein van Westerbork naar Theresienstad. Bella werd daar tewerkgesteld als foliescheider in een fabriek van zilverpapier. De kinderen kwamen in een kinderopvangplaats terecht.

Op 16 oktober 1944 werd Rudolf als eerste gezinslid naar Auschwitz gedeporteerd. Het lukte dochter Ursula nog om haar vader voor zijn vertrek te ontmoeten; daarbij gaf hij haar een afscheidsbrief mee voor haar moeder. Volgens de in 1953 opgestelde akte is Rudolfs officiële overlijdensdatum 28 februari 1945. Hij stierf, 41 jaar oud, op een ‘onbekende locatie’ in ‘Midden-Europa’.

Drie dagen later ging de rest van het gezin op transport met eindbestemming Auschwitz. Op 21 oktober 1944 werden Bella, 37 jaar oud; Stefan, 13 jaar oud en Max Michael, 8 jaar oud, er direct na aankomst vergast. Ursula werd gescheiden van haar moeder. Ze kwam in een groep meisjes terecht, waarvan ze een deel nog kende uit Westerbork en Theresienstadt. Na enkele dagen werd ze met een groep op de trein gezet naar kamp Flossenbürg waar ze op 27 oktober 1944 arriveerde. Ursula werd tewerkgesteld in een buitenkamps project, waar een wasserette tot een munitiefabriek werd omgebouwd. Ursula zou er tot half april 1945 blijven. Toen werd ze opgeschrikt door het geluid van naderend kanongebulder. De  kampbewoners werden halsoverkop naar het treinstation gebracht, waar ze op open goederenwagons werden geladen. Na enkele uren naar het zuiden gereisd te zijn, stopte de trein in een bos. De locomotief werd gevorderd voor een urgenter transport. Na twee dagen in het bos te hebben gestaan werden de kampbewoners naar het nabijgelegen Theresienstadt overgebracht. Daar moesten ze eerst tien dagen in quarantaine. Uiteindelijk kon Ursula met een transport terugreizen naar Nederland. Zij was het enige gezinslid dat de oorlog overleefde. Maar ook Rudolfs moeder Etelka Breslauer beleefde de bevrijding. Zij overleed in 1964.

In 2018 werden bij de Petrarcalaan 59 in Utrecht vier Stolpersteine geplaatst voor het gezin Breslauer.

——————————————————————————————————————–

Op woensdag 26 maart 2025 werden door de Stichting Herdenking Jodenvervolging Leiden vier Stolpersteine voor Rudolf, Bella, Stefan en Max Michael Breslauer geplaatst bij hun laatste vrijwillig bewoonde adres: Lorentzkade 8.

Een verslag van deze dag is te lezen zijn op de website van de Stichting Herdenking Jodenvervolging Leiden. Daarop staan dan ook foto’s en de teksten die bij de steenleggingen werden uitgesproken.

Deze tekst is (deels) gebaseerd op informatie van de Stichting Herdenking Jodenvervolging Leiden, die toestemming verleende voor de tekstbewerking en het plaatsen van beeldmateriaal.

BRONNEN:

Barbera Bikker (Werkgroep Stolpersteine Leiden)

Interview Yad Vashem met Ursula Breslauer uit 1994.

Herinneringen van Anton Koningsveld, privé uitgave 2012.

Kamp van hoop en wanhoop, getuigen van Westerbork, 1939-1945, Willy Lindwer, Amsterdam, 1990.

Politiearchief Erfgoed Leiden en Omstreken

JOODSMONUMENT

Werner Rudolf Breslauer

Bella Breslauer-Weihsmann

Stefan Breslauer

Max Michael Breslauer

Tekst bijgewerkt door de redactie op 11 maart 2021, 10 juli 2022 en op 21 april 2025.