Boässon-Cohen, Jacques, Emma, Bep, Charles en Elly

Gepubliceerd door Alphons Siebelt op

Bep Boässon

Bep als eerstejaars student, 1935 (bron: Familie Boässon)

Elisabeth – roepnaam Bep – Isabella Boässon werd op op 6 mei 1917 in Middelburg geboren. Haar vader Jacques Boässon stond er ingeschreven als koopman en later als handelsagent. Hij was op 19 mei 1916 getrouwd met de in Oud Beijerland geboren winkeliersdochter Emma Cohen. Bep was hun eerste kind. Jacques en Emma kregen later nog twee kinderen: zoon Charles en dochter Elly.

in Middelburg volgde Bep lager onderwijs en de eerste jaren van het Stedelijk Gymnasium. Ze hoorde bij de besten van de klas. In augustus 1934 verhuisde het gezin naar de De Laat de Kanterstraat 15 in Leiden. In juni 1935 maakte Bep daar het gymnasium af.

Vervolgens vertrok ze naar Utrecht, om er Diergeneeskunde te gaan studeren. Ze woonde onder andere aan de Nieuwegracht en in de Haagstraat. Bij dat laatste adres is voor haar ook een Stolperstein geplaatst. Bep was de enige vrouw onder de vijf Joodse studenten Diergeneeskunde van haar jaar. Ze werd lid de algemene Utrechtse Vrouwelijke Studenten Vereeniging, (U.V.S.V.), maar was ook actief in de Diergeneeskundige Studiekring (DSK) en de Veterinaire Studenten Rijvereniging ‘De Solleysel’.

In 1940 vielen de Duitsers het land binnen. Ondanks de bezetting en het steeds strengere anti-Joodse regime slaagde zij erin, om op 5 mei 1941, net vóórdat het studieverbod voor Joodse studenten van kracht werd, af te studeren. Ze moest wel haar lidmaatschap van de Diergeneeskundige Studentenkring en de Maatschappij voor Diergeneeskunde opgeven.

Bep vestigde zich in januari 1942 als veearts in Leiden. Ze trok in bij haar moeder Emma, haar broer Charles en zus Elly. Vader Jacques was al eerder, in 1940, door ziekte overleden.

In augustus 1942, toen de Duitsers steeds meer Joden begonnen op te pakken, drong het tot Beps zus Elly door dat ook zíj zou kunnen worden opgepakt om naar Westerbork te worden afgevoerd. Daarop dook ze onder bij één van haar leraressen in Leiden op het adres Rijn en Schiekade 1. Ook Beps moeder Emma en haar broer Charles besloten rond diezelfde tijd onder te duiken: Emma in Haarlem, Charles en zijn vrouw Vro in Leiden.

Bep besloot te vluchten. Met een vals persoonsbewijs probeerde ze via Frankrijk en de Pyreneeën te ontsnappen. Tijdens haar vlucht werd zij opgepakt en overgebracht naar een kamp in Pithiviers, bij Orléans, waar vooral niet-Franse joden en politieke gevangenen werden geïnterneerd.

Op 26 augustus 1942 werd ze op transport naar Auschwitz gezet. De Nazi-bureaucraten noteerden dat in wagon nr. 18 een groep van zo’n 70 mensen uit Pithiviers opeengepakt werden. Op 29 augustus 1942 werd Bep, 25 jaar oud, direct na aankomst in Auschwitz vermoord.

In het Academiegebouw van Universiteit Utrecht staat haar naam bij de gevallenen, onder de spreuk: “Ons zwakke hart mag voor het sterven vrezen, maar nooit vergaat wat zuiver is en groot”.

 

In mei 1945, na de bevrijding, kwam Elly terug in het huis aan de De Laat de Kanterstraat. Ze getuigde daar later over: “Ze zag haar moeder, Emmie, op een kist zitten. Het huis was leeg, en zelfs het hout van de vloer was eruit gehaald.”

In augustus 1945 keerde ook Fritz Pollack terug uit Duitsland. Hij had Bergen Belsen ternauwernood overleefd. Fritz en Elly kenden elkaar al van vóór de oorlog. Fritz’ ouders waren in de oorlog bezweken. Hij werd hartelijk ontvangen in het gezin Boässon, en heeft daar kunnen aansterken. Elly en Fritz trouwden in augustus 1950 in Leiden. Ze kregen twee kinderen: Ruthy en Aliza.

Emma Boässon en haar kinderen voelden zich na de oorlog niet meer thuis in Nederland. In mei 1950 vertrokken Charles Boässon en zijn echtgenote Vro met hun 4 jaar oude zoontje Frans Michael (Micha) naar de staat in opkomst Israël. In 1953 vertrokken Fritz Pollack en Elly Pollack-Boässon naar Israel nadat ze hun opleidingen op vakgebieden die van belang konden zijn voor Israël hadden afgerond. Ook Emma Boässon kon niet meer aarden in Nederland. In 1956 volgde ze haar kinderen naar Israël.

————————————————————————————————————

Op woensdag 13 maart 2024 werd door de Stichting Herdenking Jodenvervolging Leiden een Stolperstein voor Bep geplaatst bij haar laatste vrijwillig bewoonde adres: De Laat de Kanterstraat 15.

Een verslag van deze dag is te lezen op de website van de Stichting Herdenking Jodenvervolging Leiden. Daarop staan ook foto’s en de teksten die bij de steenleggingen werden uitgesproken.

Deze tekst is (deels) gebaseerd op informatie van de Stichting Herdenking Jodenvervolging Leiden, die toestemming verleende voor de tekstbewerking en het plaatsen van beeldmateriaal.

BRONNEN

Pieter Schrijnen (Werkgroep Stolpersteine Leiden), fsmilie Pollack-Boässon.

Joods Monument – Elisabeth Isabella Boässon

Tekst aangepast door de redactie op 7 januari 2025