Bolsjewiki-Leninisten en Trotskisten
Aan de gemeenteraadsverkiezingen van 14 juni 1939 deed in Leiden een linkse splinterpartij mee onder de naam Bolsjewiki-Leninisten. De Bolsjewisten-Leninisten hadden behalve in Leiden ook aanhang in Rotterdam, Amsterdam en Sliedrecht. Lijsttrekker was een van de oprichters, Gerrit de Wolf uit Rotterdam. Nummer twee was de in Leiden wonende Evert Groen (1893). Het partijtje haalde in totaal 125 stemmen.
De Groep Bolsjewiki-Leninisten (GBL) had zich begin 1938 afgesplitst van de Revolutionair Socialistische Arbeiders Partij (RSAP). De RSAP was in 1935 ontstaan uit een fusie van twee andere partijtjes. De partij had van één van de twee partijen een zetel in de Tweede kamer overgenomen maar die was bij de verkiezingen in 1937 verloren gegaan. Leider en kamerlid was Henk Sneevliet, een revolutionair met een lange staat van dienst. Hij had onder meer aan de wieg gestaan van de communistische partijen in China en Nederlands-Indië. Gedurende enkele jaren had Sneevliet het kamp van Lev Trotski gekozen in diens conflict met Stalin, maar in 1937 had hij die steun weer ingetrokken. Trotski was eind jaren twintig door Stalin uit de Sovjet-Unie verbannen.
Het had geleid tot een breuk binnen de RSAP met een afsplitsing tot gevolg. De Bolsjewiki-Leninisten bleven trouw aan Trotski en verwierpen de heerschappij van Stalin. De GBL sloot zich aan bij de Vierde Internationale, een in 1938 opgericht samenwerkingsverband van Trotskisten, waaraan Sneevliet niet mee wenste te werken.
De groep gaf een blad uit met de titel De enige weg. Daarin stonden onder meer teksten van Trotski. In 1939 schreef het blad dat de deelname aan de verkiezingen alleen een ‘demonstratieve betekenis’ had. Lenin had immers het principe van het democratisch-centralisme ingevoerd: de partij koos de leiding, die verder de besluiten van de partij moest uitvoeren zonder verdere inmenging van de partij. In de parlementaire democratie had men verder weinig fiducie.
De politieke twist in 1937 had in Leiden ook een persoonlijk kantje gehad. Dat valt op te maken uit een vermelding door de Centrale Inlichtingendienst (CID). De geheime CID van het ministerie van Binnenlandse Zaken, opgericht in 1919, verzamelde hoofdzakelijk informatie over gevaarlijk geachte links-extremisten, zoals communisten, anarchisten, radiale socialisten, pacifisten en anti-militairistische bewegingen. De informatie was grotendeels afkomstig van de plaatselijke politie.
Het blijkt, dat aan het uiteenvallen van de Leidse RSAP in 1938 ook een persoonlijk aspect heeft gezeten. RSAP er Louis de Bolster was gaan samenwonen met de ‘vooraanstaande revolutionair-socialiste’ Helena den Uyl. Zij was gescheiden van haar echtgenoot, die in 1937 uit de RSAP werd geroyeerd en daarna overgestapte naar de Bolsjewiki-Leninisten.
Nationaal Arbeids-Secretariaat
Een organisatie dien nauw verwant was aan de RSAP was het Nationaal Arbeids-Secretariaat (NAS), dat al in 1893 was opgericht. Het NAS was een koepelorganisatie van vakbonden en een tegenhanger van het socialistische Nederlands Verbond van Vakverenigingen (NVV). Henk Sneevliet was enige tijd voorzitter van het NAS geweest. Het NAS had in diverse plaatsen een Plaatselijk Arbeidssecretariaat; Evert Groen was enige tijd secretaris van de Leidse afdeling totdat hij brak met de RSAP.
Over de achterban en de activiteiten van de Bolsjewiki-Leninisten, de RSAP en het NAS in Leiden is vrijwel niets bekend. De RSAP had bij de verkiezingen voor Provinciale Staten in 1939 nog 88 stemmen in Leiden behaald, maar deed niet mee met de verkiezingen voor de gemeenteraad.
Vervolging
Na mei 1940 hief de groep zichzelf op en ging verder als de Bond van Communisten met een blad De Communist. In juni 1941 werden in de dagen rond de inval in de Sovjet-Unie in heel Nederland communisten en radicaal-socialisten opgepakt. In Leiden waren daar behalve leden van de verboden CPN ook een tiental voormalige leden van het NAS, de RSAP en de GBL onder. Voor zover te achterhalen valt zijn de meesten weer vrijgekomen en hebben de oorlog overleefd.
Evert Groen is echter op 3 mei 1945 omgekomen in Halberstadt (D). Van hem is bekend dat hij in KZ Sachsenhausen en KZ Buchenwald heeft gezeten. Vermoedelijk is hij niet vrijgelaten omdat hij na mei 1940 politiek actief was geweest.