De dood van Grad Lanphen

Gepubliceerd door Alphons Siebelt op

De Haagweg richting Den Haag.In de avond van de 27e maart 1945 rijdt Grad (Gerardus) Lanphen (1917) in zijn Ford V8 bestelwagen langzaam over de Haagweg richting Den Haag. Lanphen is afkomstig uit Blaricum en is grossier in bloemen. Met een viertal passagiers is hij bijna 20 uur eerder uit zijn woonplaats vertrokken met bestemming Den Haag en Leiden. Nu rijdt hij met twee overgebleven passagiers de stad uit. In de wagen bevinden zich twee fusten met jenever, die hij eerder op de dag bij distilleerderij Hartevelt aan de Langegracht heeft opgehaald. Ze zijn van een meerijdende passagier. Alle papieren zijn in orde, dus er worden geen problemen meer verwacht. De Leidse Landwacht had de fusten weliswaar in beslag genomen, maar door tussenkomst van de Feldgendarmerie was dat met een sisser afgelopen.
De auto heeft een houtgasgenerator en kan ook wegens de verduistering niet veel harder rijden dan 30 km per uur. Opeens wordt de wagen beschoten en Grad wordt getroffen door twee kogels, een in het hoofd en een in de schouder. De passagier die naast hem zit slaagt er in de auto aan de kant te zetten en waarschuwt de Leidse politie. Voordat die arriveert wordt Grad door een langskomende vrachtauto van de Wehrmacht naar het St. Elisabethziekenhuis aan de Hooigracht gebracht, alwaar hij tegen middernacht overlijdt.

Onderzoek naar daders en motief
Uit het politieonderzoek blijkt, dat Grad is getroffen door twee kogels uit een Brits wapen, vermoedelijk een stengun. De politie kan niet achterhalen wie er heeft geschoten en waarom. Wel heeft de politie het vermoeden (of de informatie) dat de aanslag was gepleegd door leden van de Leidse illegaliteit. Wellicht is het onderzoek om die reden stopgezet en in een la verdwenen. Of het om een doelbewuste aanslag ging of dat een vergissing was, is lang een raadsel gebleven.

In 2015-2016 probeerde een neef van Lanphen, Hans Veen, meer te vinden over deze aanslag. Zijn bevindingen uit 2016 kunnen worden ingezien bij Erfgoed Leiden. Behalve het dossier van de Leidse gemeentepolitie heeft hij ook documenten uit het archief van de Binnenlandse Strijdkrachten in het Nationaal Archief te Den Haag bekeken. Daaruit blijkt, dat Grad vaste chauffeur was van de Binnenlandse Strijdkrachten in Blaricum en omgeving, meer in het bijzonder de Ordedienst en van de Landelijke Organisatie voor hulp aan onderduikers. Op 27 maart 1945 was hij met zijn auto waarschijnlijk voor de illegaliteit op pad.

Duidelijkheid over daders en motief
De bovenstaande tekst is grotendeels aan het verslag van Veen ontleend. Zijn onderzoek miste echter een bevredigende afsluiting omdat de daders en hun motief nog steeds in het duister gehuld bleven.De oplossing kwam pas begin 2018 via een externe deskundige van het Leids archief boven tafel. De dramatische gebeurtenissen bleken te zijn beschreven in het in 1945 gedrukte Logboek van de 3e sectie eerste compagnie Stoottroepen der BS te Leiden op pagina 28 en 29. Wat is er volgens de BS gebeurd en klopt dat met de overige gegevens?

Een dag vóór de fatale schietpartij waren er twee leden van de 3e sectie door de Leidse Landwacht gearresteerd en in de Landwachtkazerne aan de Nieuwsteeg opgesloten. De BS kregen informatie dat de gevangenen de volgende dag zouden worden overgebracht naar de Sipo/SD in Rotterdam. Er werden plannen gemaakt om deze twee gevangenen te bevrijden door het transport te overvallen. Een BS’er ging de 27e op de uitkijk staan in de Nieuwsteeg en aan de Haagweg (richting Den Haag) en de Hoge Rijndijk (richting Utrecht) werden overvalploegjes geplaatst. De groepscommandant Rudolf Heyers, die zelf ternauwernood aan arrestatie is ontkomen, neemt zijn intrek in het “G. huis” aan de Zoeterwoudsesingel 95.
Die avond tegen negenen rapporteert de uitkijk in de Nieuwsteeg dat er mensen in een vrachtauto Ford V8 worden geladen. Daarop worden de beide overvalploegjes gealarmeerd. Nadat de ploeg aan de Haagweg eerst een lichtsignaal heeft gekregen dat de auto nadert wordt het vuur geopend op de Ford. Volgens het logboek van de BS werd er teruggeschoten uit de vrachtwagen en uit een Wehrmachtsauto, maar daar hebben noch de Leidse politie noch de getuige het over gehad. Bovendien naderde er volgens het verslag ook nog een V1-transport. Bedoeld zal wel zijn een V2-transport richting Den Haag. Onder dekking van de stenguns trokken de BS’ers zich terug.
De volgende dag wordt pas duidelijk dat er iets mis was gedaan. In de beschrijving klinkt geen enkele vorm van spijt of ongemak door. Integendeel, de schrijver maakt zich vrolijk over de (veronderstelde) animositeit tussen Landwacht en Feldgendarmerie over de beschieting van de vrachtauto, die door de Landwacht van de Wehrmacht gestolen zou zijn.

Conclusie
Lanphen is dus per vergissing gedood. Het logboek bevat enkele groepsfoto’s van de derde sectie. Daarop zullen de daders wel staan. Niemand is ooit ter verantwoording geroepen. De twee gevangen BS’ers werden enkele dagen later vrijgekocht van de Landwacht voor een hoeveelheid tarwe en jenever. De derde sectie telde enkele agenten van politie in haar gelederen. Mogelijk dat zij er op hebben aangedrongen het politieonderzoek stop te zetten.

Bronnen: 1) rapport van Hans Veen 2) Logboek van de 3e sectie van de eerste compagnie Stoottroepen der BS te Leiden 3) dossier uit het archief van de Leidse gemeentepolitie.

Afbeelding: Erfgoed Leiden e.o. PV 4543.20-3. public domain. Deze foto uit 1930 toont de overgang van klinkers naar asfalt, in 1930 nog heel zeldzaam. Foto genomen ter hoogte van houtzaagmolen De Heesterboom van Noordman naar het zuidwesten gezien. De aanslag op Lanphen gebeurde nog iets verder richting Voorschoten.