Huisman, Johannes

Gepubliceerd door Alphons Siebelt op

In de vroege ochtend van 1 december 1944 werd de Leidse politieagent Johannes Huisman op de Volmolengracht doodgeschoten. Hij was toen 41 jaar oud. In het fotoboek Leiden 40-45 wordt zijn dood aangemerkt als moord, terwijl een artikel in het Leids Jaarboekje uit 1995 wat neutraler spreekt over ‘de dood van agent Huisman’. Over de omstandigheden waaronder agent Huisman werd gedood zijn verschillende verhalen in omloop. Het beeld wordt daardoor niet helemaal helder. Er pleit veel voor de kwalificatie moord. Een belangrijk bewijs vormen de foto’s van zijn lichaam, die ’s ochtends door de politie zijn gemaakt. Op de foto in het fotoboek is te zien dat Huisman is neergeschoten terwijl hij nog op de fiets zat. Op foto’s van zijn gelaat, die niet zijn gepubliceerd, is te zien dat hij door zijn linkeroog is geschoten. De conclusie kan moeilijk anders zijn, dan dat de dader de agent van dichtbij doelgericht heeft neergeschoten terwijl die nog niet was afgestapt. Door zo te handelen had de dader de opzet om Huisman te doden. Nu gaat het er hier niet om na zoveel jaren een juridische kwalificatie bewezen te krijgen, maar Huisman is zeker niet per ongeluk of toevallig gedood.
Waarom Huisman ter plaatse was is niet helemaal zeker. Volgens een verhaal bewaakte hij (een) aardappelschuit(en) aan de Oude Singel, toen hij attent werd gemaakt op een inbraak bij de NV J.J. Krantz & Zn. Dit bedrijf, gelegen tussen de Oude Singel en de Langegracht, produceerde uniformstof voor de Wehrmacht en naar verluid vormde die uniformstof het doel van de inbraak. Volgens een ander verhaal, afkomstig van Leidse politiemensen, was Huisman, ondanks dat hij van te voren was gewaarschuwd zich daar die ochtend niet in te laten met iets wat daar te gebeuren stond, toch op iets afgekomen. De foto’s laten zien dat Huisman in ieder geval op de fiets was gearriveerd uit de richting van de Langegracht en niet van de Oude Singel.
Wie de dader was is nooit opgehelderd. We weten wel dat het een lid was van een illegale groep, die toen mogelijk al deel uitmaakte van de pas opgerichte Binnenlandse Strijdkrachten. Uit die kringen werd later gewezen op twee mogelijke daders. Eén van hen is op 12 maart 1945 in Rotterdam gefusilleerd en kon er dus niet meer over praten. Mogelijk werd hij aangewezen als zondebok om de aandacht van de andere dader af te leiden.
Huisman werd op 5 december 1944 begraven vanuit de Petruskerk aan de Lammenschansweg (toen nog Kamerlingh Onneslaan geheten) op de begraafplaats Zijloord. De requiemmis en de uitvaart was een grootse aangelegenheid. De mis werd opgedragen door “drie heren”, dat wil zeggen drie priesters. Daarmee gaf de katholieke kerk duidelijk te kennen, dat Huisman een “goede” politieman was geweest. De koets met de kist werd op de tocht naar de begraafplaats begeleid door een groot aantal politiemensen. De uitvaart stond in schril contrast met die van de eveneens katholieke rechercheur Willem de Groot, die in januari 1944 in Rijnsburg was neergeschoten. Die was een berucht “jodenjager”en lid van de SS. De Groot werd zonder kerkelijke rite en in aanwezigheid van slechts enkele leidinggevende politiemensen eveneens op Zijloord ter aarde besteld.

De naam van Huisman wordt vermeld op een plaquette in het huidige Bureau van Politie, waarop de oorlogsslachtslachtoffers onder het personeel worden herdacht. De plaquette werd in 1947 onthuld in het toenmalige Bureau van Politie aan de Zonneveldstraat.

Voor literatuur zie de literatuurlijst.