De Koster-Sijthoff, Arie en Johanna
De dag- en nachtrapporten de Leidse politie van 4 en 8 november 1943 maken melding van de ontruiming van het huis van Arie en Johanna de Koster-Sijthoff. De woning was in beslag genomen door de Wehrmacht. Het was hoogstwaarschijnlijk een vorm van pesterij, iets wat in 1943 en 1944 nogal eens voorkwam. Bekende tegenstanders van de Bezetter kregen bijvoorbeeld een oproep om ergens graafwerkzaamheden te gaan verrichten of om ergens wachtdiensten te lopen. Soms kreeg men een Duitse militair ingekwartierd. Enkele malen werd een deel of het hele huis gevorderd. De slachtoffers waren leden van de plaatselijk elite, die bekend stonden om hun gebrek aan medewerking aan de machthebbers. Een bekend voorbeeld is de hoogleraar J. Barge. In mei 1943 blijkt de Ortskommandant Zöller in het huis te wonen. Mogelijk is hij in november weer vertrokken.
In mei 1943 financierde De Koster de aankoop van de woning van buurvrouw Rachel Cosman-Mende da Costa door haar buurman Emile Gobée. Het pand stond onder beheer van het ANBO, dat veel onroerende zaken van Joodse eigenaren verkocht aan hoofdzakelijk collaborateurs. Gobée en De Koster hadden klaarblijkelijk de intentie om het pand min of meer veilig te stellen. Na de oorlog kreeg de enig overlevende van de familie Cosman het eigendom weer terug. Over deze gebeurtenissen maakte het TV-programma Pointer Data een korte documentaire, die op 12 december 2021 werd uitgezonden. Naar verluid zag De Koster af van restitutie van het uitgeleende geld, maar dat zou nog wel beter kunnen worden uitgezocht.
Over de activiteiten van Arie de Koster (1875-1956) in de oorlogsjaren is eigenlijk weinig bekend. In 1939 had hij zijn positie als directeur van de meelfabriek De Sleutels v/h A. de Koster overgedragen aan zijn zoon Henri. De meelfabriek was een uitermate belangrijke schakel in de voedselproductie en Henri was weinig coöperatief aan de uitvoering van bepaalde maatregelen.
Johanna de Koster-Sijthoff (1914-1992) was een dochter van de oprichter van uitgeverij Sijthoff, onder meer uitgever van het Leidsch Dagblad. Haar man Arie was commissaris van de uitgeverij.
Misschien dat daar het verband zit. De directie van het dagblad was misschien te weinig coöperatief bij het publiceren van Duitsgezinde artikelen. Met ingang van 1 januari 1944 werd het Leidsch Dagblad verboden en ging de krant verder onder de naam Dagblad voor Leiden en omstreken. De uitgeverij mocht blijven werken.
Tekst aangevuld op 8 februari 2021 en op 13 december 2021.