Gobée-Bosman, Emile en Jacoba

Gepubliceerd door Alphons Siebelt op

Na zijn pensionering kwam Emile Gobée (1881-1954) weer in zijn geboortestad wonen. In 1904 was hij als luitenant-ter-zee tweede klasse van de Koninklijke Marine naar Nederlands-Indië gezonden. Door zijn ervaringen daar besloot hij de studie Indisch ambtenaar te gaan volgen aan de Leidse universiteit. Onderbroken door een korte tijd als consul in Djedda (thans Saoedi-Arabië) zou zijn werkzame leven in Nederlands-Indië doorbrengen. Zijn laatste functie was adviseur Inlandse en Arabische Zaken van de Gouverneur-Generaal in Batavia.

In het eerste jaar van de Bezetting sloot Gobée zich aan bij de Nederlandsche Unie. Mogelijk was hij enige tijd plaatselijk voorzitter.

Op 11 maart 1943 kreeg de Leidse politie een telefoontje van de Haagse rechercheur Blokland, die om aanhouding van Gobéé vroeg. Dat kan er op wijzen, dat zijn naam was gevallen in een onderzoek. Kennelijk is Gobée in Den Haag opgepakt of was hij onvindbaar, want de volgende middag belde Blokland opnieuw, nu met de mededeling dat mw. Gobée zich de dag erop bij hem moest komen melden op het bureau aan het Alexanderplein in Den Haag.
Handel in persoonsbewijzen was rond deze tijd vaker aan de orde en vrijwel altijd ging het om persoonsbewijzen voor Joodse onderduikers.
In ieder geval is Gobée gearresteerd, want vanaf maart 1943 zat hij gevangen in het concentratiekamp Vught en verbleef aansluitend als gijzelaar in het gijzelaarskamp Beekvliet te St. Michielsgestel. In september 1944 werd hij vrijgelaten.

Tijdens zijn gevangenschap of internering in Beekvliet kocht Gobée per 1 mei 1943 het pand van zijn buurvrouw, de weduwe Rachel Cosman-Mendes da Costa, dat onder beheer was van het ANBO. Het ANBO had het beheer over veel onroerende zaken van Joodse eigenaren en verkocht hoofdzakelijk aan collaborateurs. Gobée had klaarblijkelijk de intentie om het pand min of meer veilig te stellen. Na de oorlog kreeg de enig overlevende van de familie Cosman het eigendom weer terug. De transactie in 1943 was gefinancierd door een andere buurman, Arie de Koster. Over deze gebeurtenissen maakte het TV-programma Pointer Data een korte documentaire, die op 12 december 2021 werd uitgezonden. Naar verluid zag De Koster af van restitutie van het uitgeleende geld, maar dat zou nog wel beter kunnen worden uitgezocht.

Na de Bevrijding kreeg Gobée een zetel in de noodgemeentraad voor de Nederlandse Volksbeweging. Hij nam plaats in de Leidse afdeling van het comité Nationale Inspanning Welzijnsverzorging Indië, opgericht om militairen en burgers in Nederlands-Indië enige steun te bieden, bijvoorbeeld door het sturen van kerstpakketten. In 1949 steunde hij een oproep om het conflict met de Republiek Indonesië te beëindigen door een minnelijke schikking.

Mevrouw Jacoba Gobée-Bosman (1885-1964) zette zich in 1940 in voor de Vrijwillige Vrouwelijke Hulp en nam zitting in een interconfessioneel/algemeen comité voor raad en voorlichting aan gezinnen die in moeilijkheden waren gekomen omdat vader of zoon was gesneuveld in de meidagen. Verder was zij secretaris van de Vereniging voor maatschappelijk werk in de ziekenhuizen.

Uitgebreide biografieën zijn te vinden op internet.