Huishoud- en industrieschool voor meisjes
Deze vakschool voor meisjes moest in september 1941 de toegang aan acht Joodse meisjes ontzeggen. Joodse kinderen moesten verplicht naar een Joodse school. Het bestuur drong er bij de burgemeester vergeefs aan op dispensatie omdat er in de wijde omgeving nergens vakonderwijs voor meisjes zou worden gegeven. Vermoedelijk kwamen de meisjes uiteindelijk thuis te zitten.
Drie van de meisjes woonden in het Joods weeshuis en werden vermoord. Twee andere meisjes overleefden de oorlog in onderduik terwijl hun familie grotendeels werd vermoord. Sara Vreeland werd met haar familie gepakt in de onderduik en werd vermoord in Sobibór. De Duitse vluchtelinge Ruth Herskovits verhuisde in november 1941 terug naar haar oorspronkelijk woonplaats Hannover. Zij overleefde de oorlog.