Messcher-Broekman, Sophia

Gepubliceerd door Alphons Siebelt op

Sophia Messcher-Broekman werd geboren op donderdag 3 december 1868 in Weststellingwerf, Friesland. Ze was de dochter van de koopman Barend Broekman en Hendrina Krammer, huisvrouw. Het gezin Broekman woonde tot 1880 in Noordwolde, wijk A 113 (later werd dat 92B) en van 1880 tot 1890 Noordwolde, wijk A A119. De buurt waarin Sophia het licht zag en tot haar twintigste woonde, was waarschijnlijk vrij armoedig. Vanwege de teruglopende werkgelegenheid trokken er in die tijd al veel mensen uit weg.

Op 20 maart 1889 verhuisde Sophia met haar ouders en een paar nog thuiswonende kinderen naar Schoterland: een kleine gemeente die in 1934 grotendeels opging in de gemeente Heerenveen. Het gezin was te kenschetsen als vrij groot: acht kinderen, beide meisjes geadministreerd als ‘zonder beroep’. Van de zes jongens werden er twee later slachter, vier werden handelaar/koopman.

Op 19 augustus 1894 trouwde Sophia, 25 jaar oud, met de op woensdag 28 mei 1862 in het Friese dorp Nijehaske geboren vlees- en veehandelaar Jozef Messcher. Ze vestigden zich in Nijehaske dat, net als Schoterland, in 1934 in de gemeente Heerenveen opging. Tussen 1895 en 1910 kreeg het paar er tien kinderen, waarvan één levenloos geboren en twee kort na de geboorte gestorven. Een vierde kind stierf op zestienjarige leeftijd. Vanaf 1913 woonde het paar in Huizing 152.

Jozef was streng religieus: toen zoon Jozua gemengd huwde, was hij zes weken lang niet welkom thuis. Sophia nam het geloof wat minder strikt: “Als Jozef ging bidden vroeg ze hem of hij niet vergat aan Onze-Lieve-Heer een nieuw servies voor de komende Pasen te vragen.”

Op 10 maart 1925 verhuisden Sophia en Jozef naar Rotterdam, waar drie van hun kinderen vanwege de werkgelegenheid al waren heen getrokken; eerst naar de derde verdieping van een groot woonblok aan de Hugo Molenaarstraat 49C in het Nieuwe Westen. Vanaf december 1929 woonden ze op de Veemarkt 29B, een inmiddels gesloopt marktterrein met omringende bebouwing op de grens van Kralingen en Crooswijk dat veelvuldig werd bezocht door Joodse slagers.

Zes en een half jaar later verliet het paar Rotterdam om boven een winkel aan de Leidse Haarlemmerstraat 283 te gaan wonen. Nadat Jozef daar in juli 1938 was gestorven, keerde Sophia op 27 december 1939 terug naar Rotterdam.

In het begin van de oorlog, waarschijnlijk al in juni 1940, verhuisde Sophia opnieuw naar Leiden om in te trekken bij haar 35-jarige dochter Mina, die met haar schoonzoon Jacob Grünbaum op de Rijnsburgerweg 60 woonde. Jakob dreef een zaak in optische- en medische apparatuur, genaamd Zatskoy & Co.

Mina en Jakob wisten op tijd onder te duiken en overleefden de oorlog. Sophia werd – wanneer is niet duidelijk – opgepakt en via de Muiderschansweg 139 in Amsterdam op zaterdag 6 februari 1943 naar Westerbork gedeporteerd. Op woensdag 10 maart 1943 werd ze van daaruit afgevoerd naar Sobibor om, vermoedelijk direct na aankomst, op zaterdag 13 maart 1943 te worden vermoord.

In Leiden woonde ook nog Sophia’s dochter Hendrika de Vries-Messcher. Haar in Rotterdam woonachtige zoon Levi werd op vrijdag 6 maart 1942 opgepakt in de conservenfabriek Vianda aan de Langegracht. Hij stierf op maandag 6 juli 1942 in KZ Mauthausen.

Op woensdag 11 januari 2023 werd door de Stichting Herdenking Jodenvervolging Leiden voor Sophia een Stolperstein geplaatst bij haar laatste vrijwillig bewoonde adres: Rijnsburgerweg 60

Een verslag van deze dag is te lezen op de website van de Stichting Herdenking Jodenvervolging Leiden. Daarop staan ook foto’s en de teksten die bij de steenleggingen werden uitgesproken.

Deze tekst is (deels) gebaseerd op informatie van de Stichting Herdenking Jodenvervolging Leiden, die toestemming verleende voor de tekstbewerking.

Bronnen: Erik Habold (Werkgroep Stolpersteine Leiden), Ingrid Messcher (kleindochter van Sophia Messcher-Broekman), Alphons Siebelt, Peter van der Geer (bewoner Rijnsburgerweg 56).

Tekst aangepast op 23 maart 2023.