St. Josephkerk (dekenale kerk)
Deze kerk heet officieel de Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaart en St. Josephkerk, maar wordt meestal eenvoudigweg de Josephkerk of de Herensingelkerk genoemd. De kerk werd gebouwd in de jaren 1924-1925. Zie verder een lemma op Wikipedia en andere websites. De kerk was de zetel van de deken van Leiden, sedert 1 januari 1930 A. Homulle. Vandaar ook de benaming dekenale kerk. Op Wikipedia wordt enige aandacht geschonken aan de oorlogsjaren, maar Leiden4045.nl komt met wat aanvullingen.
De Rooms-katholieke kerk was een fel tegenstander van het nationaalsocialisme en dat werd uitgedragen door verschillende Leidse geestelijken op verschillende momenten. In deze kerk werd kort na de capitulatie, op 7 juni 1940, voor drie gesneuvelde Leidse militairen, Antonius Vuurpijl, Petrus Huibers en Martinus Tuijthoff een plechtige requiemmis opgedragen. Celebrant was L. Beune, rector van het Liduinahuis aan de Zoeterwoudsesingel, geassisteerd door kapelaan H. van Drunen van de Petrusparochie en kapelaan H. van Heusden OFM van de Hartebrugkerk in de Haarlemmerstraat. De uitvaart vond plaats in aanwezigheid van een deputatie van militairen en met een erewacht van vele katholieke organisaties. Ook Homulle gaf acte de présence. Alle drie de gesneuvelden waren lid geweest van een zo’n organisatie. Vuurpijl bijvoorbeeld was lid van de St. Josephsgezellenvereniging, waarvan Van Drunen praeses was. Een jaar later lag de situatie heel anders. Op last van de bezetter mochten er wel herdenkingen worden gehouden, ook in de kerken, maar elk ‘demonstratief gebaar’ was streng verboden. Van Drunen en Beune raakten later nauw betrokken bij de Leidse illegaliteit, wat niet zonder consent en stimulans van Homulle en de Haarlemse bisschop Huijbers kon gebeuren.
Op 16 februari 1943 werden drie klokken uit de kerktoren weggehaald vanwege de klokkenvordering.