Synagoge

Gepubliceerd door Alphons Siebelt op

De Leidse synagoge aan het Levendaal

De Leidse synagoge aan het Levendaal.

De synagoge aan het Levendaal was het centrum van de Nederlands Israëlitische Gemeente, die behalve Leiden ook de omringende plaatsen bestreek. Door de jodenvervolging in Duitsland in de jaren dertig waren er vele tientallen Duitse vluchtelingen bijgekomen, variërend van dienstbode tot academicus. Het kerkbestuur probeerde zo nodig de helpende hand te bieden aan deze nieuwkomers. Sommigen bleven in Leiden wonen, de overigen verhuisden naar een andere plaats in Nederland of trokken verder naar het buitenland.

Twee derde van de Joodse inwoners was lid van de joodse gemeente. De overigen hadden vermoedelijk weinig binding met het Jodendom. Enkele waren katholiek of protestants gedoopt en/of waren met een niet-Joodse partner gehuwd.

Eind 1940 werd de kuststreek, waar Leiden toe werd gerekend, voor mensen zonder geldige nationaliteit verboden gebied. Ongeveer 70 uit Duitsland, Polen en Tsjecho-Slowakije gevluchte Joden moesten de gemeente verlaten, omdat ze officieel stateloos waren.
Terwijl verschillende Leidse Joden werden geconfronteerd met antisemitische agitatie, ontsnapte de synagoge, voor zover bekend, slechts eenmaal, in augustus 1940, aan een serieuze poging tot brandstichting. De verdachte werd door de Leidse politie op heterdaad betrapt, gearresteerd en veroordeeld.

De anti-Joodse maatregelen maakten het de Joden steeds moeilijker om naar de synagoge te komen. In september 1942 vond de laatste eredienst plaats. Enkele kostbaarheden werden gered, maar het interieur werd vernield en gesloopt. Het pand diende daarna als opslagplaats.

In 1942 moesten de gemeenten aan de Zentralstelle für Jüdische Auswanderung in Amsterdam de namen en adressen van de Joodse inwoners verstrekken. Bij het opstellen van deze lijsten telden de gemeenten Leiden en Oegstgeest tezamen ongeveer 415 Joodse inwoners, inclusief de bewoners van het Joods weeshuis in Leiden en de psychiatrische instelling Endegeest in Oegstgeest. In maart 1943 kwam er een einde aan het openbare joodse leven toen de laatste nog openlijk in Leiden en Oegstgeest wonende personen werden opgehaald. Van de Joodse inwoners overleefden ongeveer 40% de Shoah. Enkele Joden die aan de synagoge waren verbonden, zijn met hun gezin gedeporteerd: de koster Mendelson,en de leraar en voorzanger (chazan) Bloemkoper.

Na de oorlog werd de Joodse gemeente weer opgebouwd. De synagoge werd na de oorlog opgeknapt en in juni 1947 weer als gebedshuis in gebruik genomen. Daarna werd het pand nog verschillende malen gerestaureerd.

Afbeelding: De synagoge en het bijgebouw aan het Levendaal, dat hier nog open water is. Op de achtergrond de Lodewijkskerk aan het Steenschuur. De foto (dia) is gemaakt in 1962 door B.B.M. Jansen en is te zien op de beeldbank van Erfgoed Leiden e.o. (Dia20083189). Gepubliceerd onder licensie Creative Commons CC-BY-NC. Afbeelding is alleen voorzien van een logo van Leiden4045.nl.