Vles-Marx, Simon en Bertha

Gepubliceerd door Alphons Siebelt op

Simon Erich Vles (1906), gepromoveerd chemicus, werd op de 19e augustus 1943 rond twee uur ’s nachts van huis opgehaald door de beruchte Jodenjagers Biesheuvel en De Groot . Hij was ongehuwd. Op 24 werd hij in Westerbork ingeschreven en op 14 september ging hij op transport naar Auschwitz. Hij werd op 7 februari 1944 vermoord in de ziekenbarak. Zijn moeder Bertha Vles-Marx (1897), een weduwe, werd op 26 maart 1943 vermoord in Sobibór.

Over Simon staan enkele gegevens op Joods Monument. Simon was als chemicus werkzaam op de bekende spiritusfabriek in Delft. Hoewel er diverse pogingen werden ondernomen om een vrijstelling voor hem te regelen, werd hij de dag van de laatste grote razzia in Leiden, 17 maart 1943, samen met zijn moeder opgehaald. Kort voor vertrek mocht hij weer naar huis.

Rechtsherstel
Bertha en haar zoon waren eigenaar van het pand Breestraat 177. Boven het verhuurde winkelpand woonde de familie Müller. Toen na de oorlog bleek dat moeder Bertha en haar zoon waren vermoord werd een bewindvoerder aangesteld voor zolang de zoektocht naar erfgenamen niet was afgerond. Simon had geen kinderen. Uiteindelijk werden er erfgenamen gevonden in de Verenigde Staten, Frankrijk en Brazilië (Rechtsherstel). Sommigen kregen 1/24 van het eigendom.

Tekst herschreven op 24 november 2021. Gecorrigeerd op 1 maart 2022.