Agent Abraham Kipp
Abraham Kipp staat bekend als een Nederlandse oorlogsmisdadiger, die na de oorlog naar Argentinië is gevlucht en zo zijn straf heeft ontlopen. Pas in 1988 werd hij daar opgespoord door twee journalisten, maar hij werd nooit aan Nederland uitgeleverd. Hij overleed gewoon in 1995 in Argentinië. Kipp (1917) is vooral bekend vanwege zijn jaren als politieman in Ede. Daar begon hij op 1 augustus 1941 en ontpopte hij zich tot een kwaadaardige, wrede jager op Joden en politieke tegenstanders. Aan het einde van de oorlog was hij werkzaam in Velsen.
Agent in Leiden
Voor de oorlog en tijdens de meidagen van 1940 was hij lid van het militaire Korps Politietroepen. Na de demobilisatie in 1940 kwam hij in september met een aantal oud-collega’s van dat Korps naar Leiden als gewoon agent. Hij was lid van de NSB en het Rechtsfront (een NSB-mantelorganisatie) en werd medewerker van de Sipo/SD. Lang is gedacht dat er van zijn aanwezigheid in Leiden geen schriftelijke bewijzen zijn overgebleven. Maar zijn naam komt voor in het nachtrapport van de Leidse politie over de avond en nacht van 30 april op 1 mei 1941.
30 april 1941
Op 30 april was kroonprinses Juliana jarig en de bezetter was zeer gespitst op uitingen van trouw aan het Huis van Oranje. Op de verjaardag van Prins Bernhard op 29 juni 1940 waren er veel kleine incidentjes geweest, onder andere met witte anjers. Dat waren in feite minidemonstraties. Vermoedelijk waren er op 30 april daarom wat meer politiemensen in de stad aanwezig, niet alleen van de Leidse gemeentepolitie, maar ook van de Marechaussee, veldwachters, Nederlandse SS en de Duitse politie.
Inderdaad waren er overdag enkele oranje-incidenten. Wat we daarover weten is misschien maar het topje van de ijsberg. Er liepen mensen met oranje strikken of linten, een paar studenten zaten met enkele dames op het terras van De Turk met een streepje oranje in het knoopsgat “nagenoeg niet zichtbaar”. Een van hen was Frits van der Schrieck. Er werd gemeld dat er studenten rondliepen met hoge hoeden, voorzien van oranje strikken, maar die werden niet aangetroffen. Een meisje van 16 had ook een oranje strik. De Leidse politie vroeg de betrokkenen het oranje te verwijderen, maar verrichtte geen arrestaties.
Er ontstond wrevel over het optreden van Nederlandse SS’ers, die burgers op de hoek van het Kort Rapenburg en de Breestraat onder dreiging van geweld ontdeden van speldjes. Een Leidse SS’er vervoegde zich met een burger aan het politiebureau en zei dat hij in opdracht van agent Kipp iemand had opgebracht, die geweigerd had een koninginnespeldje af te doen. Er ontspon zich een vinnig debat tussen politie en SS over de vraag of de politie opdrachten van de SS moest uitvoeren. De Leidse politie weigerde en hield voet bij stuk. De SS’ers dropen af, maar dreigden dat het de politiemannen nog wel zou berouwen.
‘vuile rot fascist’
Het laatste incident vond plaats iets na 10 uur ’s avonds en speelde zich af rond agent Kipp. Het verslag is te lezen in het rapport van de Leidse politie. Hieronder volgt een gedeeltelijke woordelijke transcriptie, met weglating van enkele details.
“Rapporteert agent Kipp, dat hij te plm. 9.45 te voet uit de Burcht komende, in de Koornbrugsteeg plm. 40 opgeschoten jongens waarnam, die allerlei kreten als Oranje boven [en] O.Z.O. uitstootten. Hij bleef staan, doch blijkbaar trok dit de aandacht. Hij is daarop verder gelopen naar de Breestraat in de richting van het Rapenburg en werd daarbij steeds gevolgd door een menigte jongens. Een wielrijder, die onbekend is gebleven, reed steeds om hem heen, roepende: “vuile rot fascist”. Bij Trianon is Kipp blijven staan, waarbij de jongens dreigend dicht langs hem liepen. Hij deed hierop een stap vooruit, maar door enigen uit de groep werden dreigende bewegingen gemaakt. Hij heeft Johannes Paulides, die hij kent als Unielid, gesommeerd naar huis te gaan, waaraan hij [Paulides] niet voldeed. Daarop heeft hij hem vastgegrepen, doch Paulides rukte zich los. Zekere Heuvelman steunde dit verzet. Op dat moment kwam uit de Instuif [het café van bioscoop Trianon] een marechaussee, die hij om assistentie vroeg. Over de wijze van hulpverlening is Kipp slecht te spreken, althans de arrestatie ging zeer traag. Op dat moment kwam de agent Faber ter plaatse met wiens hulp zijn aangehouden 1) […] Paulides […] 2) […] Heuvelman […]. Op laatstgenoemde werd een wapenstok gevonden, die Faber in beslag heeft genomen. Beide zijn ter beschikking van de recherche gesteld en ingesloten”.
Tot zover het verslag. Twee marechaussees verklaarden later, dat Kip zich in eerste instantie alleen bekend had gemaakt als lid van het Rechtsfront, iets wat voor de Marechaussees niet relevant was en dus de arrestatie had vertraagd.
Kipp was al berucht in Leiden
De confrontatie tussen Kipp en de groep jongens is om verschillende redenen opmerkelijk. De marechaussee had blijkbaar niet direct gezien dat Kipp een Leidse politieagent was. Kennelijk was Kipp niet in uniform. Maar toch werd hij herkend als aanhanger van de bezetter. Wellicht dat Paulides, die inderdaad van De Nederlandsche Unie was, hem eerder in actie had gezien. Hij was toen al berucht, maar over hem is tot op heden niets in de politiearchieven gevonden. Misschien is er nog niet goed genoeg naar gezocht.
Het zou goed kunnen dat Kipp zich zeer gegriefd voelde over de behandeling op 30 april 1941 in Leiden en dat hem dat later in Ede en Velsen heeft gestimuleerd om wreed te zijn tegen de arrestanten. Gekrenkte trots is nu eenmaal een goede bodem voor revanche op tegenstanders of weerloze onschuldigen.