Barge, Hélène

Gepubliceerd door Alphons Siebelt op

Als dochter van de Leidse hoogleraar James Barge was Hélène (1924) opgegroeid in een aristocratisch, katholiek, academisch en vaderlandslievend gezin. Haar vader was in 1940 hoogleraar aan de Leidse universiteit en lid van de Eerste Kamer voor de RK Staatspartij. Barge was uitgesproken anti-nazi. Op 26 november 1940 hield hij voor zijn studenten een college, waarin hij de rassenleer van de nazi’s verwierp.
Het jaar 1942 was voor het gezin een bijzonder jaar. Terwijl de Eerste Kamer al vanaf 1940 niet meer bijeenkwam moest vader nu ook zijn hoogleraarschap opgeven in verband met de voorgenomen nazificatie van de universiteit. Helene zat toen in de vijfde klas van het Stedelijk Gymnasium. Het jaar er op haalde ze het diploma en zou in Den Haag gaan werken bij het Rode Kruis.

Hulp aan onderduikers
Dat Helene actief werd in de illegaliteit lijkt dan ook niet verbazingwekkend. Ze vertelde daarover in een interview voor het project Ook in Leiden van de Leidse universiteit. Hoewel ze dat niet met zoveel woorden zegt moet ze actief zijn geweest voor de Leidse afdeling van het Nationaal Steunfonds. Dat blijkt wel uit de kaartjes die zij toen nog in haar bezit had. Op deze kaartjes namen, adressen en bedragen. Soms ook een gestempelde letter K. Dat had alles te maken met het afleveren van geld en eventueel bonkaarten. Op één van de kaartjes (met nummer 117, te zien als bijlage bij het interview) staat geschreven: “betaald door koek”. Dat was de schuilnaam van Jan van Ulden, eigenaar van een koekfabriek in Leiden en medewerker van het NSF. Haar broer Jimmy was actief voor de illegale pers.

Een Amerikaanse piloot
Een verhaal wat zij vaak (gedeeltelijk) heeft verteld gaat over de noodlanding van een Amerikaanse bommenwerper B 17G ‘Straighten Up And fly Right’ bij Leimuiden op 2 november 1944. Hélène was toevallig vlakbij en nam het bemanningslid Harvey Peter Walker achter op de fiets mee naar naar een veilig adres in Oude Wetering. Nog vijf bemanningsleden kwamen terecht in Oud Ade. Daarna werden acht overlevende bemanningsleden overgebracht naar het hoofdkwartier van de illegaliteit in de Haarlemmermeer De Olmenhorst in Lisserbroek. Alleen de gewonde buikkoepelschutter werd meegenomen door de Duitsers.  De Olmenhort in Lisserbroek was het hoofdkwartier van de illegaliteit in de Haarlemmermeer. Over de noodlanding van de B 17 en de Olmenhorst in oorlogstijd is een verhaal geschreven dat op internet is te lezen. De Olmenhorst komt ook voor in het verhaal van Iskar Aribo.

Hélène Barge werd geïnterviewd voor het project Ook in Leiden.