Berg-Anneeze, Isaac en Kunnette van den
In het najaar van 1942 namen Isaac (-1972) en Kunnette van den Berg-Anneeze (1906-1988) een Joodse baby Chaja Verveer (1941) uit Amsterdam op in huis. Het kind was er zeventien maanden, toen Isaac en Kunnette werden gearresteerd. Ook de dreumes werd meegenomen. Kunnette kwam na vijf dagen vrij, maar haar man en het kind bleven gevangen. Ze overleefden de oorlog. In de tussentijd zorgde ook Johanna Anneeze, een zus van Kunnette voor het kind, terwijl Kunnette zich ook met andere illegale zaken bezig hield. De familie was ook betrokken bij het illegale blad Het Parool en het verzorgen van onderduikers uit deze kring.
Op 23 maart 1971 werden Isaac, Kunnette en Johanna door de Israëlische organisatie Yad Vashem geëerd als Rechtvaardige onder de volkeren.
Chaja Verveer werd als onbekend Joods kind in Westerbork ondergebracht in een speciale barak. Op 13 september 1944 vertrok de laatste deportatietrein naar KZ Bergen-Belsen met onder meer 51 “weeskinderen” aan boord. Na drie maanden werd ze overgebracht naar KZ Theresienstadt, waar ze werd bevrijd. Chaja emigreerde naar Israël en later naar de Verenigde Staten.