Burgersdijk, Huib
Huib Burgersdijk (1901-1989) was na het afronden van zijn rechtenstudie aan de Leidse universiteit in Leiden advocaat geworden. Hij was een zoon van de weduwe Goverdina Burgersdijk-Elshout, die begin 1940 was uitgetreden als firmant van het antiquariaat Burgersdijk en Niermans (Templum Salomonis) in de Nieuwsteeg. Vermoedelijk behoorden Mw. Burgersdijk en haar zoon tot de groep van het illegale blad Vrij Nederland. Burgersdijk was ook enige tijd secretaris van De Nederlandsche Unie. Hij werd opgevolgd door de advocaat Jan Hannivoort.
Via een zus van zijn moeder kwam Huib in contact met Hans Berlage, die in Den Haag werkte. Berlage kwam via via (hoogstwaarschijnlijk Jaap le Poole, een collega) in contact met de Amsterdamse Jood Jaap (Jacob Bernardus) Sajet (1918-1943), die in een ondergrondse groep voor hulp aan Joden zat. Burgersdijk en Berlage sloten zich daar bij aan. Tot deze groep behoorden ook ook het echtpaar Juynboll en Anneke van Westrienen.
Burgersdijk en Berlage namen deel aan de overval op het distributiekantoor van Oegstgeest op 9 november 1943. Helaas werden Berlage en Burgersdijk half december gearresteerd en naar de Sipo/SD in Rotterdam gebracht. Terwijl Berlage in Kamp Vught aan zijn verwondingen overleed, overleefde Burgersdijk de oorlog. Na de Bevrijding zat hij in de Vertrouwensraad van de Leidse illegaliteit en was waarnemend hoofd van de Politieke Opsporingsdienst (POD). Daarnaast was hij voorzitter van het werkcomité voor Kunst en Ontspanning van Nederlands Volksherstel. In november 1945 werd hij lid van de noodgemeenteraad van Leiden voor de illegaliteit. Hij trad beroepsmatig op als beheerder van het vermogen van politieke delinquenten.