Leidenaren in kamp Rees

Gepubliceerd door Alphons Siebelt op

De hel van ReesVan een achttal Leidenaren is bekend, dat ze enige tijd in het dwangarbeiderskamp in Rees (Duitsland) hebben gezeten. Het plaatsje Rees ligt aan de noordoever van de Rijn op hemelsbreed zes kilometer van de Nederlandse grens, dertien kilometer ten zuidoosten van Emmerich. Vier van hen zijn daar of in de directe omgeving gestorven. Ze worden herdacht op een gedenkplaat op het Nederlandse Ereveld in Düsseldorf.

  1. Lambertus van den Berg (overleden 13 maart 1945)
  2. Petrus Kop (overleden 31 maart 1945)
  3. Theodorus Kriek (overleden 13 maart 1945)
  4. Hendrik van de Wetering (overleden 24 maart 1945).

Van vier anderen is bekend dat ze het hebben overleefd: Hendrik Groenendijk, Theodorus Kerkvliet, Henk Dietz en Johannes H.

Arbeitslager Groin
De arbeiders in het kamp werden ingezet om in de omgeving tankgrachten te graven en verdedigingswerken aan te leggen. De geallieerde opmars was in december 1944 weliswaar tot stilstand gekomen, maar zou ongetwijfeld worden hervat. Naar schatting zijn rond de 3500 mensen ondergebracht in het Arbeitslager Groin, een dakpannenfabriek. Het waren Russen, Polen en Nederlanders. De Nederlanders waren onder andere opgepakt bij razzia’s in Haarlem, Apeldoorn, Den Haag, Rotterdam en Delft. Hoe de Leidenaren in Rees terecht zijn gekomen is niet bekend.  Alleen van Theodorus Kriek is bekend, dat hij werd gegrepen tijdens de razzia in de ochtend van 24 januari 1945.
De omstandigheden waren vreselijk. De loods waar de mannen moesten slapen was half open, men sliep op de vochtige grond, het eten was minimaal en de bewakers sloegen om het minste of geringste. Door ziekte of uitputting, waarschijnlijk meestal de combinatie daarvan, stierven 247 Nederlanders. Vreemd genoeg is nauwelijks iets bekend over de omstandigheden waarin de Oost-Europeanen woonden en werkten, maar beter dan de Nederlanders zullen ze het beslist niet hebben gehad. De bewaking van het kamp was onvoldoende; daardoor konden veel arbeiders ontsnappen, naar schatting 1750. Zij kregen hulp van inwoners van het plaatsje Megchelen, net over de Nederlandse grens op acht km. afstand. Daar werden de vluchtelingen opgevangen in de plaatselijke lagere school. Later werden ook mensen opgenomen in ziekenhuizen in Gendringen en ’s-Heerenberg. Op 25 maart 1945 werd Arbeitslager Groin bevrijd. In het kamp waren toen geen Nederlanders meer, wel Oost-Europeanen. Over hun lot is, zoals zo vaak, niets bekend. Op internet zijn veel websites met informatie over kamp Rees te vinden. Kortheidshalve wordt daar naar verwezen. Van het kamp zelf zijn geen sporen meer te vinden. Bij de locatie waar het kamp ooit was staat een herdenkingsbord (afbeelding).

In 1946 verscheen het boek De hel van Rees, geschreven door de Rotterdammer Jan Krist, die zelf in het kamp had gezeten.