Kleeff, Meijer van

Gepubliceerd door Alphons Siebelt op

Stolperstein Meijer van KleeffOp zondagochtend 2 november 2014 legde de Duitse kunstenaar Gunter Demnig in aanwezigheid van tientallen familieleden en belangstellenden een Stolperstein ter nagedachtenis van Meijer van Kleeff voor diens toenmalige woning aan de Lorentzkade. Van Kleeff was met zijn gezin in 1938 uit Berlijn naar Nederland gevlucht. Nadat hij in oktober 1938 de exploitatie van de bioscoop Lido in de Steenstraat had overgenomen vestigde hij zich met vrouw en twee kinderen aan de Lorentzkade op nummer 4. Al in 1940 werd hem de toegang tot en het beheer over zijn bioscoop ontzegd. In augustus 1941 werd zijn bedrijf Molian formeel onder een Verwalter was geplaatst; pas in 3 februari 1943 volgde liquidatie. De bioscoop bleef echter bestaan. Persoonlijk bleef hij voorlopig gevrijwaard van deportatie omdat hij met een niet-Joodse vrouw was getrouwd. Hij kwam echter in grote problemen toen op 16 augustus 1943 een neef van hem, Nathan Kornalijnslijper werd opgepakt in het huis drie deuren verder op nummer 1. Meijer was direct betrokken bij het onderduiken van zijn neef en werd op 17 augustus door de Leidse politie gearresteerd. Twee dagen later werden Meijer, Nathan en de bewoner van nummer 1, Johannes Witte, overgebracht naar Rotterdam en van daaruit naar Kamp Vught. Op 15 november gingen Meijer en Nathan op transport naar Auschwitz. Meijer  en Nathan stierven daar op 31 januari 1944.

Een week nadat Van Kleeff was gearresteerd, kreeg de Leidse politie een anoniem briefje in de bus: ‘Is het u bekend dat de jood Meyer van Kleef Lorentzkade 4 speciaal in verbinding staat met de organisatie die zich ten doel stelt om joden te verstoppen. Verschillende heeft hij bij roomsche lieden ondergebracht.’. Uit dit briefje blijkt, dat menigeen er van op de hoogte was dat er een organisatie was voor hulp aan ondergedoken Joden en dat er een katholiek netwerk was.

Artikel bijgewerkt op 28 mei 2020.